6.4 Omtrek en oppervlakte

H6 Vergroten
Vergroting
Vergroting!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Vergroten
Vergroting
Vergroting!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
§6.1 Vergroten;
§6.2 Factor;
§6.3 Rekenen met de factor;
§6.4 Omtrek en oppervlakte (blz. 230);
§6.5 Schaal.

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw
  • Introductie: herhaling §1-2-3 + lesdoel §6.4;
  • Instructie: uitleg §6.4;
  • Evaluatie v.d. uitleg: hebben we de uitleg begrepen?
  • Oefening: maken §6.4;
  • Evaluatie v.d. hele les: les bespreken + huiswerk!

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan...
1. ...de omtrek van een vergroting berekenen.

2. ...de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 5 - Tekstslide

Wisbordje!
Waar moet origineel?
Waar moet beeld?

Slide 6 - Tekstslide

Wisbordje!
Vergrotingsfactor = 2.
Welke appel is de vergroting?

Slide 7 - Tekstslide

Wisbordje!
Vergrotingsfactor = 0,5.
Welke appel is de vergroting?

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf op:
...                                            ...

Kies uit:
- Lengtematen origineel;
- Lengtematen beeld;
- Vergrotingsfactor.
x ...

Slide 9 - Tekstslide

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Vergrotingsfactor =
A
Lengte origineel : lengte beeld.
B
Lengte beeld : lengte origineel.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor ?
A
2
B
0,5
C
18
D
Dat kun je zo niet zien.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is hier de vergrotingsfactor?
A
0,67
B
1
C
1,5
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ziet dat eruit?

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen!

Slide 15 - Tekstslide

Vergrotingsfactor = 4. Hoeveel keer zo groot wordt de omtrek?
A
0,25
B
16
C
8
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de vergroting?
A
450 cm2
B
30 cm2
C
45 cm2
D
1350 cm2

Slide 17 - Quizvraag

Een figuur wordt met factor 3 vergroot, hoeveel keer zo groot wordt de omtrek?
A
1,5
B
6
C
3
D
9

Slide 18 - Quizvraag

Een figuur wordt met factor 3 vergroot, hoeveel keer zo groot wordt de oppervlakte?
A
1,5
B
6
C
3
D
9

Slide 19 - Quizvraag

Een figuur wordt met factor 6 vergroot, hoeveel keer groter wordt de omtrek?
A
36
B
6
C
12
D
30

Slide 20 - Quizvraag

Een figuur wordt met factor 6 vergroot, hoeveel keer groter wordt de oppervlakte?
A
36
B
6
C
12
D
30

Slide 21 - Quizvraag

Als de vergrotingsfactor 4 is, hoe groot is dan de factor van de omtrek?
A
2
B
4
C
8
D
16

Slide 22 - Quizvraag

Als de vergrotingsfactor 4 is, hoe groot is dan de factor van de oppervlakte?
A
2
B
4
C
8
D
16

Slide 23 - Quizvraag

De oppervlakte van een zwembad is 20 vierkante meter. Dit wordt vergroot met een factor 3. Bereken de oppervlakte van de vergroting.
A
20x3=60m2
B
20x32=180m2

Slide 24 - Quizvraag

De rechthoek wordt met
factor 3 vergroot.
Hoe groot is de oppervlakte
van de nieuwe rechthoek?
A
45cm2
B
15cm2
C
135cm2
D
18cm2

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag!
Je maakt: eigen leerroute.

Klaar?
1. Inleveren;
2. Nakijken;
3. Huiswerk / leren / lezen!

Wij stoppen om 11:40!
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Evaluatie v.d. hele les
We maken samen de leerdoelen-opdracht.

Hiervoor gebruik je het wisbordje.

Slide 27 - Tekstslide