Dagritme + spelmateriaal

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

• Je legt uit hoe je bepaalt wat het programma van een volgende dag gaat worden en hoe je daarbij kindvolgend te werk gaat.
  
• Je legt uit hoe je daarbij bepaalt wat de mix is van vrij spel en begeleide activiteiten.
  
• Je legt uit waar een uitdagende ruimte aan voldoet en hoe je verschillende materialen inzet (eenduidig materiaal, materiaal uit de echte wereld, open eindmateriaal).
  

Wat weten jullie al over een dagprogramma in de kinderopvang?

wat is een ritueel?

een ritueel is een reeks handelingen, die meestal is een vast volgorde worden uitgevoerd

Kijkopdracht

Bekijk het filmpje schrijf steekwoorden op die je niet begrijpt zodat we die na de film kunnen bespreken.

Kijkvraag

Wat is het ritueel bij Muriel op de groep met het fruit eten. Schrijf dit op

klassikaal bespreken

Opdracht in  2- tallen

Je komt naar school en je hebt geen rooster, slechts een begin en een eindtijd.

Je moest alle boeken die voor de opleiding bestaan meenemen.

Ter plekke hoor je wat je moet gebruiken.

Wat doet dit met je?

Bespreek dit samen .

Wanneer je werkt in de kinderopvang mag je:

1. Zelf bepalen hoe je je dagen invult
2. Moet je je houden aan bepaalde regels
3. Ben je verplicht te werken volgens pedagogische basisdoelen

Welke regels, wat moet er in ieder geval gebeuren?​

• Eet momenten en drink momenten​
  
• Slaap ritueel​
  
• Verschoonrondes/potjes/wc pauzes​
  
• Overdacht bij halen en brengen​
  
• Vier-ogen beleid​

De vier pedagogische basisdoelen

De kwaliteitseisen in de wet Kinderopvang zijn gebaseerd op de pedagogische basisdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven:

• Bieden van een veilige basis
  
• Stimuleren van persoonlijke competentie
  
• Bevorderen van sociale competentie
  
• Overdragen van normen en waarden
  

Een goed dagritme in de kinderopvang/basisonderwijs

Check of dit op jouw stage het geval is en noteer op welke manier je dit terugziet:

1.Het is duidelijk en overzichtelijk voor de kinderen, hun

ouders en pedagogisch medewerkers

2. Het wordt gemarkeerd door de vaste onderdelen van

het programma, zoals brengen, kring, spelen binnen en

buiten, lunch, slapen, ophalen.

3.Deze vaste activiteiten staan verbeeld op een tijdslijn

4.Het is ruim gepland, waardoor kinderen niet opgehaast

hoeven te worden.

5.Er is ruimte voor flexibele aanpassing van het dagritme.

6.Er is een balans tussen rustige en actieve momenten.

7.Er is een balans tussen alleen spelen, spelen in kleine

groepjes en met de hele groep.

8.Elke ochtend en of middag spelen de kinderen een deel

van de tijd buiten.

bron; pedagogisch kader 0-4 hfst. 10 + 14

Opdracht

Bedenk 2 rituelen die voorkomen in een dagprogramma, in verschillende leeftijdscategorieën , en benadruk de positieve effecten van deze rituelen op de emotionele en sociale ontwikkeling.

Baby's ( 0 -2 jaar)

Peuters ( 2 - 4 jaar )

Kleuters ( 4 - 6 Jaar )

Schoolgaande kinderen ( 7 - 12 jaar )

Antwoord

Verschillend spelmateriaal

Eenduidig materiaal (op één manier mee spelen)

Materiaal uit de echte wereld

Open eindmateriaal (kind kan er alle kanten mee op)

Opdracht

1. Geef bij elk type materiaal 3 voorbeelden.

 2.Geef voor elk type materiaal aan hoe het kan worden ingezet in de leeromgeving om de ontwikkeling van de leerlingen te stimuleren.

3.Doe dit voor de  cognitieve, sociale/emotionele en motorische ontwikkeling.