Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Futur et futur du passé V3
Voca
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Voca
Slide 1 - Tekstslide
Dans ce cours...
Futur
Futur du passé (conditionnel)
Slide 2 - Tekstslide
Futur (toekomende tijd met zal/zullen)
Regelmatige werkwoorden op -er/-ir:
hele werkwoord + uitgang ai/as/a/ons/ez/ont
Je parler
ai
= Ik zal praten
Nous finir
ons
= Wij zullen eindigen
Regelmatige werkwoorden op -re:
werkwoord -e + uitgang ai/as/a/ons/ez/ont
Elle écrir
a
= Zij zal schrijven
Slide 3 - Tekstslide
Futur du passé (verleden tijd futur, met zou/zouden)
Regelmatige werkwoorden op -er/-ir:
hele werkwoord + uitgang ais/ais/ait/ions/iez/aient
Je parler
ais
= Ik zou praten
Nous finir
ions
= Wij zouden eindigen
Regelmatige werkwoorden op -re:
werkwoord -e + uitgang ais/ais/ait/ions/iez/aient
Elle écrir
ait
= Zij zou schrijven
Slide 4 - Tekstslide
Onregelmatige stammen 1
In de Futur en Conditionnel (Futur du passé) zijn onregelmatig:
avoir j'
aur
ai
, j'
aur
ais etc. ik zou/zal hebben
être je
ser
ai
, je
ser
ais
etc. ik zal/zou zijn
aller j'
ir
ai
, j'
ir
ais
, etc. ik zal/zou gaan
faire je
fer
ai
, je
fer
ais
etc. ik zal/zou maken
pouvoir je
pourr
ai
, je
pourr
ais
, etc. ik zal/zou kunnen
vouloir je
voudr
ai
, je
voudr
ais
, etc. ik zal/zou willen
Slide 5 - Tekstslide
Onregelmatige stammen 2
In de Futur en Futur du passé (Conditionnel) zijn onregelmatig:
savoir je
saur
ai, j'
saur
ais etc.
voir je
verr
ai
, je
verr
ais
etc.
devoir je
dev
r
ai
, j'
devr
ais
, etc.
venir je
viendr
ai
, je
viendr
ais
etc.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de stam van regelm. ww op ER & IR in de futur en conditionnel?
A
WW min ER / IR
B
Nous-vorm van de présent min ONS
C
Hele ww (infinitif)
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de uitgangen van de futur?
A
ais/ais/ait/ions/iez/ aient
B
ai/as/a/ons/ez/ont
C
ai/as/a/ions/iez/aient
D
ais/ais/ait/ons/ez/ont
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn de uitgangen van de futur du passé?
A
ais/ais/ait/ions/iez/ aient
B
ai/as/a/ons/ez/ont
C
ai/as/a/ions/iez/aient
D
ais/ais/ait/ons/ez/ont
Slide 9 - Quizvraag
Nous habitons à Amsterdam.
Staat de zin in de futur?
A
B
Slide 10 - Quizvraag
Elle finira ses devoirs.
A
B
Slide 11 - Quizvraag
Tu auras un cadeau.
A
B
Slide 12 - Quizvraag
Les garçons ferent le match.
A
B
Slide 13 - Quizvraag
Vous seriez en retard.
A
B
Slide 14 - Quizvraag
Vervoeg: Tu _____ (parler - futur)
A
parlas
B
parlais
C
parleras
D
parlerais
Slide 15 - Quizvraag
Vervoeg: Nous ______ (vendre - cond.)
A
vendreions
B
vendrons
C
vendrerions
D
vendrions
Slide 16 - Quizvraag
Il ________ (finir - cond)
Slide 17 - Open vraag
(verbes irréguliers)
Relie le verbe avec l'infinitif
Avoir
être
aller
faire
voir
pouvoir
vouloir
J'
aur
ais
Tu
ser
ais
Nous
ir
ions
ils
fer
aient
vous
verr
iez
on
pourr
ait
je
voudr
ais
Slide 18 - Sleepvraag
Conjugue: Ils _____ (avoir - futur)
A
auront
B
avraient
C
auraient
D
avoiront
Slide 19 - Quizvraag
Traduis: wij zouden doen (faire)
Slide 20 - Open vraag
Conjugue: Tu _____ (être - cond)
A
êtrais
B
serais
C
étais
D
sera
Slide 21 - Quizvraag
Traduis: J'aurai
Slide 22 - Open vraag
Ils ... leurs devoirs. (finir)
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de futur.
Slide 23 - Open vraag
Nous ... chez moi. (être, fut du passé)
Slide 24 - Open vraag
Mon frère ... en France. (habiter, fut)
Slide 25 - Open vraag
Vous ... du foot? (faire, fut)
Slide 26 - Open vraag
J'... une bonne note. (avoir, cond.)
Slide 27 - Open vraag
Tu ... une pomme. (manger, fut)
Slide 28 - Open vraag
Sam ... un nouveau vélo. (vouloir, fut du passé)
Slide 29 - Open vraag
Mes parents ... en voiture. (aller, fut)
Slide 30 - Open vraag
Maak een Franse zin in de futur bij het plaatje.
Slide 31 - Open vraag
Maak een Franse zin in de conditioneel bij het plaatje.
Slide 32 - Open vraag
Qu'est-ce que tu feras demain?
Beantwoord de vraag door een Franse zin te maken.
Slide 33 - Open vraag
Qu'est-ce que tu regarderas vendredi soir?
Beantwoord de vraag door een Franse zin te maken.
Slide 34 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Futur et futur du passé V3
November 2023
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3c - ma 1 mars
Maart 2021
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 3 chapitre 3 le conditionnel
November 2022
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le 14 février (H3C)
Februari 2022
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
56V futur simple/ conditionnel
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Le 11 février
Februari 2022
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le 9 février (A3E)
Februari 2022
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Futur (zal, zullen) et Conditionnel (zou, zouden)
Februari 2024
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5