OSP Oefentoets

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Ondersteuningsplan

Oefentoets

Als een cliënt zelf dingen mag bepalen of beslissen is dit een vorm van...

1. Eigen verantwoordelijkheid
2. Zelfregie
3. Zelfredzaamheid

Een cliënt gaat zelfstandig met het openbaar vervoer om naar de bibliotheek te gaan.
Onder welke van de onderstaande termen past dit voorbeeld het meest?

1. Eigen kracht
2. Zelfregie
3. Zelfredzaamheid
4. Eigen verantwoordelijkheid

Valt ADD onder constante gegevens of variabele gegevens?

1. constante gegevens
2. variabele gegevens

Onder welke recht valt het volgende: Om te achterhalen wat er in zijn/haar ondersteuningsplan staat kijkt hij/zij in zijn dossier.

1. Recht op inzage
2. Recht op privacy
3. Recht op toestemming

Als begeleider heb je geheimhoudingsplicht.
Onder welk recht valt dit?

1. Recht op informatie
2. Recht op privacy

Onder welk levensgebied/levensdomein valt het volgende: vragen waar de cliënt energie/plezier uit haalt.

1. Zingeving
2. Dagbesteding
3. Psychisch functioneren

De cliënt laat tijdens de groepsactiviteit zien dat hij de kleuren die hij gebruikt voor zijn kunstwerk, kan herinneren.
Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?

1. Sociaal- emotioneel gebied
2. Cognitief gebied
3. Lichamelijk gebied

De cliënt laat tijdens een groepsactiviteit zien dat hij zijn pen op de juist manier vastpakt en het alfabet kan opschrijven. Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek
3. Middelmatige motoriek

Wat is de bovenste laag van de Piramide van Maslow?

1. Behoefte aan waardering en erkenning
2. Behoefte aan sociaal contact
3. Zelfontplooiing
4. Lichamelijke behoeften

Meneer Broekman kan onder begeleiding twee keer in de week zijn kamer opruimen.
Onder welke laag van de piramide van Maslow valt dit?

1. Behoefte aan veiligheid en zekerheid
2. Behoefte aan waardering en erkenning
3. Zelfontplooiing
4. Behoefte aan sociaal contact

Welke van onderstaande aspecten speelt geen rol bij ontwikkelingsgerichte dagbesteding?

1. De persoon die de activiteit organiseert.
2. De waarde van de dagbesteding.
3. De aard van de dagbesteding zelf.
4. De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt.

Waar stond ADML voor?

1. Huishoudelijke verrichtingen zoals koken, de was doen, stofzuigen.
2. De handelingen die mensen dagelijks verrichten die horen bij je verzorging.
3. Het zelfstandig functioneren in de samenleving.
4. Alle handelingen die een cliënt verricht met als doel in leven te blijven, zijn gezondheid te handhaven of te bevorderen en zijn welbevinden te waarborgen.

Je gaat een cliënt tijdens een kringgesprek observeren. Je schrijft bij je observatie op dat de cliënt boos is op de begeleider, omdat zij op alles wat de begeleider aan haar vraagt ‘nee’ zegt. Is dit interpretatie ?

1. Waar
2. Niet waar

Client Q kan binnenkort een HDL-activiteit uitvoeren en mag zelf bepalen welke uitvoering dat is.
Is dit SMART geformuleerd?

1. JA
2. NEE

Tijdens de uitvoering van het ondersteuningsproces is het van belang dat je de taken van de cliënt overneemt als hij/zij er niet uitkomt.

1. Juist
2. Onjuist

Je evalueert de ondersteuningsuitkomsten alleen met de cliënt wegens privacy beleid.

1. Juist
2. Onjuist

Een afspraak in een ondersteuningsplan is wie verantwoordelijk is voor de verschillende onderdelen van de hulpverlening.

1. Juist
2. Onjuist

Wat houdt een multidisciplinaire samenwerking in?

1. De samenwerking tussen verschillende hulpverleners
2. De samenwerking tussen cliënt, begeleider en sociaal netwerk
3. De samenwerking tussen cliënt en hulpverleners

Als je op huisbezoek gaat bij een cliënt voor het bespreken van het ondersteuningsplan, richt je je alleen op de doelen en afspraken die erin voorkomen.

1. Juist
2. Onjuist

Er zijn meer voordelen voor een papieren begeleidingsplan dan voor een digitaal begeleidingsplan.

1. Waar
2. Niet waar