Als een cliënt zelf dingen mag bepalen of beslissen is dit een vorm van...
A
Eigen verantwoordelijkheid
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Als een cliënt zelf dingen mag bepalen of beslissen is dit een vorm van...
A
Eigen verantwoordelijkheid
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid
Slide 1 - Quizvraag
Een cliënt gaat zelfstandig met het openbaar vervoer om naar de bibliotheek te gaan. Onder welke van de onderstaande termen past dit voorbeeld het meest?
A
Eigen kracht
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid
D
Eigen verantwoordelijkheid
Slide 2 - Quizvraag
Valt ADD onder constante gegevens of variabele gegevens?
A
constante gegevens
B
variabele gegevens
Slide 3 - Quizvraag
Onder welke recht valt het volgende: Om te achterhalen wat er in zijn/haar ondersteuningsplan staat kijkt hij/zij in zijn dossier
A
Recht op inzage
B
Recht op privacy
C
Recht op toestemming
Slide 4 - Quizvraag
Als begeleider heb je een geheimhoudingsplicht. Onder welke recht valt dit?
A
Recht op informatie
B
Recht op privacy
C
Recht op informatie
Slide 5 - Quizvraag
Onder welke levensgebied/levensdomein valt het volgende: vragen waar cliënt energie/plezier uit haalt.
A
Zingeving
B
Dagbesteding
C
Psychisch functioneren
Slide 6 - Quizvraag
De cliënt laat tijdens de groepsactiviteit zien dat hij de kleuren die hij gebruikt voor zijn kunstwerk kan herinneren. Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?
A
Sociaal- emotioneel gebied
B
Cognitief gebied
C
Lichamelijk gebied
Slide 7 - Quizvraag
De cliënt laat tijdens een groepsactiviteit zien dat hij zijn pen op de juist manier vastpakt en het alfabet kan opschrijven. Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
C
Middelmatige motoriek
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de bovenste laag van de Piramide van Maslow?
A
Behoefte aan waardering en erkenning
B
Behoefte aan sociaal contact
C
Zelfontplooiing
D
Lichamelijke behoeften
Slide 9 - Quizvraag
Meneer broekman kan onder begeleiding twee keer in de week zijn kamer opruimen. Onder welke laag van de piramide van Maslow valt dit?
A
Behoefte aan veiligheid en zekerheid
B
Behoefte aan waardering en erkenning
C
Zelfontplooiing
D
Behoefte aan sociaal contact
Slide 10 - Quizvraag
Welke van onderstaande aspecten speelt geen rol bij ontwikkelingsgerichte dagbesteding?
A
De persoon die de activiteit organiseert.
B
De waarde van de dagbesteding.
C
De aard van de dagbesteding zelf.
D
De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt.
Slide 11 - Quizvraag
Waar stond ADML voor?
A
Huishoudelijke verrichtingen zoals koken, de was doen, stofzuigen.
B
De handelingen die mensen dagelijks verrichten die horen bij je verzorging.
C
Het zelfstandig functioneren in de samenleving.
D
Alle handelingen die een cliënt verricht met als doel in leven te blijven, zijn gezondheid te handhaven of te bevorderen en zijn welbevinden te waarborgen.
Slide 12 - Quizvraag
Motivatie bestaat uit drie componenten:
Willen
Kunnen
Klaar zijn
Het stellen van prioriteiten.
Het belang van verandering inzien.
Vertrouwen hebben in verandering.
Slide 13 - Sleepvraag
Je gaat een cliënt tijdens een kringgesprek observeren. Je schrijft bij je observatie op dat de cliënt boos is op de begeleider, omdat zij op alles wat de begeleider aan haar vraagt ‘nee’ zegt. Is dit interpretatie ?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Client Q kan binnenkort een HDL activiteit uitvoeren en mag zelf bepalen welke uitvoering dat is. Is dit SMART geformuleerd?
A
JA
B
NEE
Slide 15 - Quizvraag
Tijdens de uitvoering van het ondersteuningsproces is het van belang dat je de taken van de cliënt overneemt als hij/zij er niet uitkomt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Je evalueert de ondersteuningsuitkomsten alleen met de cliënt wegens privacy beleid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Een afspraak in een ondersteuningsplan is wie verantwoordelijk is voor de verschillende onderdelen van de hulpverlening.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Wat houdt een multidisciplinaire samenwerking in?
A
De samenwerking tussen verschillende hulpverleners
B
De samenwerking tussen cliënt, begeleider en sociaal netwerk
C
De samenwerking tussen cliënt en hulpverleners
Slide 19 - Quizvraag
Als je op huisbezoek gaat bij een cliënt voor het bespreken van het ondersteuningsplan, richt je je alleen op de doelen en afspraken die erin voorkomen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Met welke aandachtspunten moet je rekening houden als je als je de diversiteit in een team optimaal wilt benutten?
Waar
Niet waar
Laat geen persoonlijke gevoelens zien.
Overwin vooroordelen en angst voor het onbekende
Spreek af dat religieuze en culturele uitingen thuis blijven.
Stel vragen aan iemand die nieuw is.
Benadruk de overeenkomsten in het team.
Slide 21 - Sleepvraag
De voordelen van en papieren begeleidingsplan is groter dan een digitale begeleidingsplan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Stappen in het ondersteuningsproces
Slide 23 - Tekstslide
Wat zijn de 4 aspecten van dagbesteding
A
De persoon die aan de dagbesteding meedoet;
de aard van de dagbesteding zelf;
de omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt;
de waarde van dagbesteding;
B
De persoon die aan de dagbesteding organiseert;
de aard van de dagbesteding zelf;
de omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt;
de waarde van dagbesteding
Slide 24 - Quizvraag
De vaardigheden zelfvertrouwen, empathie, lef, creativiteit, doorzettingsvermogen en besluitvaardigheid heb je nodig om cliënten bij dagbesteding te begeleiden