1.7 Leren - 2. Sportles

Leren - Spreektaal 1
2. Sportles
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Leren - Spreektaal 1
2. Sportles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord heb je vorige week geleerd?

Maak een zin met dat woord.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

2. Sportles
  • Wat zie je op de foto’s?
  • Kun je fietsen?
  • Waar heb je dat geleerd?
  • Wil je graag leren fietsen?
  • Ga je naar de sportschool?
  • Doe je een andere sport? Welke sport?
  • Hoe vaak sport je? Krijg je les?

Slide 5 - Tekstslide

Praat met de deelnemer over leerervaringen. Dat hoeft niet alleen ‘leren op school’ te zijn.
Ook leren naaien, koken, autorijden, kinderen verzorgen, schoonmaken, etc.

2. Luister naar het gesprek
Sportles (1)
Je hoort Gerard en Naima

Slide 6 - Tekstslide

Gerard: Wat kan ik voor je doen?
Naima: Eh … hallo, ik wil me aanmelden voor de fietsles.
Gerard: Dat kan.
Wil je op eh … maandag of op woensdag?
Naima: Eh … nou … graag op maandag.
Gerard: Prima. Er is nog plaats.
Naima: Hoe laat is de les?
Gerard: Van negen uur tot half elf.
Naima: Oke, en hoeveel kost de les?
Gerard € 20 voor twaalf lessen.
Naima: En moet ik zelf een fiets meenemen?
Gerard: Nee hoor, wij hebben een fiets voor je.
Wat is je naam?
Naima: Naima Aissatti. Eh … moet ik nu betalen?
Gerard: Nee, dat kan bij de eerste les. We oefenen in het park.
Dat is bij het stoplicht rechtsaf.
Naima: Oke, bedankt, ik begrijp het. Tot maandag.
Gerard: Tot maandag
3. Luister nog een keer.
Hoeveel kost de fietsles?
A
B

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Zijn de zinnen goed?

Slide 8 - Tekstslide

Milan vertelt:
Hallo, ik ben Milan. Ik ben 37 jaar. Ik kom uit Albanië. In Albanië ben ik naar de basisschool
geweest. Daarna ben ik gaan werken. Ik kan goed koken. Dat heb ik van mijn moeder geleerd.
Van mijn vader leerde ik autorijden. Ik ben nu drie jaar in Nederland. Ik heb op school Nederlands geleerd. Nu doe ik een computercursus.

Naima moet zelf een fiets meenemen
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naima moet nu betalen
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De fietsles is voor het buurthuis
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het park is bij de stoplichten linksaf
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Luister en tik op de tafel
Hoor je het woord 'maandag'
Tik op de tafel als je 'maandag' hoort

Slide 13 - Tekstslide

Gerard: Wat kan ik voor je doen?
Naima: Eh … hallo, ik wil me aanmelden voor de fietsles.
Gerard: Dat kan.
Wil je op eh … maandag of op woensdag?
Naima: Eh … nou … graag op maandag.
Gerard: Prima. Er is nog plaats.
Naima: Hoe laat is de les?
Gerard: Van negen uur tot half elf.
Naima: Oke, en hoeveel kost de les?
Gerard € 20 voor twaalf lessen.
Naima: En moet ik zelf een fiets meenemen?
Gerard: Nee hoor, wij hebben een fiets voor je.
Wat is je naam?
Naima: Naima Aissatti. Eh … moet ik nu betalen?
Gerard: Nee, dat kan bij de eerste les. We oefenen in het park.
Dat is bij het stoplicht rechtsaf.
Naima: Oke, bedankt, ik begrijp het. Tot maandag.
Gerard: Tot maandag
6. Luister: wat hoor je?
Geef antwoord op je telefoon

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik moet stoppen.
Het stoplicht staat op rood.
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga linksaf
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga rechtdoor
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Luister naar het gesprek
Sportles (2)
Je hoort Annika en Erica

Slide 18 - Tekstslide

Annika: Eh … wie ben jij?
Erica: Ik ben Erica White.
Annika: Oh, welkom bij onze sportclub.
Erica: Bedankt.
Ehm … kan ik bij jou betalen?
Annika: Ja, dat kan … dank je wel.
Erica: Gaan we meteen beginnen?
Annika: Jazeker! Heb je een handdoek en een flesje water meegenomen?
Erica: Ja, ja, die heb ik.
Annika: Nou, kom dan maar, dan gaan we naar de groep.
Erica: Oke, gezellig!
8. Luister nog een keer
Sportles (2)
Je hoort Annika en Erica

Slide 19 - Tekstslide

Annika: Eh … wie ben jij?
Erica: Ik ben Erica White.
Annika: Oh, welkom bij onze sportclub.
Erica: Bedankt.
Ehm … kan ik bij jou betalen?
Annika: Ja, dat kan … dank je wel.
Erica: Gaan we meteen beginnen?
Annika: Jazeker! Heb je een handdoek en een flesje water meegenomen?
Erica: Ja, ja, die heb ik.
Annika: Nou, kom dan maar, dan gaan we naar de groep.
Erica: Oké, gezellig!
Wat gaat Erica doen?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gaan ze meteen beginnen met de sportles?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft Erica meegenomen?
A
Bal en sportschoenen
B
Handdoek en flesje water

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Luister: hoeveel woorden hoor je?

Slide 23 - Tekstslide

• Ik wil me aanmelden voor de fietsles.
• Graag op maandag.
• Hoeveel kost de fietsles?
• Wij hebben een fiets voor je.
• Moet ik meteen betalen?
• Dat kan bij de eerste les.
• Welkom bij de sportclub.
• Heb je een handdoek meegenomen.
• Kom, we gaan naar de groep
10. Taalriedel
  • Wat kan ik voor je doen?
  •                                        Ik wil leren fietsen.
  • Dat kan. Wil je op maandag?
  •                                        Nee, dan kan ik niet.
  • Wil je op woensdag?
  •                                        Ja, fijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Luister naar de audio. De werkwijze is als volgt:
• de deelnemer luistert naar de taalriedel (audio) zonder tekst
• de deelnemer luistert nogmaals, nu met tekst
• de deelnemer spreekt mee met de audio met tekst / zonder tekst
(met de herhaling van iedere zin)
• de begeleider leest zin voor zin de taalriedel voor, de deelnemer herhaalt
11. Luister en zeg de zinnen na
  1. Welkom bij de sportclub.
  2. Kan ik bij jou betalen?
  3. Gaan we meteen beginnen?
  4. We oefenen in het park.
  5. Bij het stoplicht rechtsaf.
  6. Ik begrijp het.
  7. Kom, we gaan naar de groep.
  8. Gezellig!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12. Zeg het gesprek na
  • Annika: Welkom bij onze sportclub.
  • Erica: Bedankt. Kan ik bij jou betalen?
  • Annika: Ja, dank je wel.
  • Erica: Gaan we meteen beginnen?
  • Annika: Ja, we gaan naar de groep.
  • Erica: Gezellig!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13. Luister en geef antwoord
  • Je praat met de medewerker van het buurthuis. Je wilt leren fietsen. Wat kun je vragen?
  • Je praat met de medewerker van het buurthuis. Je wilt weten op welke dag de sportles is. Wat kun je vragen?
  • Je praat met de medewerker van het buurthuis. Je wilt weten hoeveel een computerles kost. Wat kun je vragen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14. Maak het gesprek compleet
Je wilt sporten, bijvoorbeeld gymmen. Je gaat naar het buurthuis. Je vraagt informatie en je meldt je aan.
  • Annika: Hallo, wat kan ik voor u doen? Ik: ………….......
  • Annika: Dat kan. Ik: …………………………
  • Annika: De gymles is op maandag. Ik: ……………………
  • Annika: € 20 voor twaalf lessen.  Ik: ………………………
  • Annika: De les begint volgende week. Ik: …………………

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15. Spelletje
Kijk naar een ander.
Wat doet hij of zij?

Slide 29 - Tekstslide

Geef de deelnemer een kaartje met een woord erop. De deelnemer beeldt uit wat op het kaartje staat. De andere deelnemers proberen het woord te raden.

Mogelijke woorden: fietsen, zwemmen, stofzuigen, koken, werken.
16. Vraag en geef antwoord
Loop rond. 
Kun jij fietsen? 
Vraag het de ander. 
De ander reageert.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

17. Je wilt iets leren, bijvoorbeeld fietsen, koken of zwemmen.
Je praat met de medewerker van het buurthuis / het zwembad. Vraag informatie en meld je aan. Voer het gesprek.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

18. Kijk nog een de foto’s. Geef antwoord op de vragen. Bedenk je eigen verhaal.

Slide 32 - Tekstslide

De deelnemer bedenkt zijn / haar eigen verhaal bij de foto‘s. Stimuleer de deelnemer om te
fantaseren over de situatie van de mensen op de foto.

Slide 33 - Tekstslide

Luister naar de audio. De werkwijze is als volgt:
• de deelnemer luistert naar de taalriedel (audio) zonder tekst
• de deelnemer luistert nogmaals, nu met tekst
• de deelnemer spreekt mee met de audio met tekst / zonder tekst (met de herhaling van iedere zin)
• de begeleider leest zin voor zin de taalriedel voor, de deelnemer herhaalt
Nb. Als een deelnemer niet kan lezen, gaat deze oefening zonder geschreven tekst.


A

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies