3 vwo, Talent, Hoofdstuk 2, paragraaf lezen

Nederlands
Hoofdstuk 2, paragraaf lezen
Klas: 3 vwo
Docent: Nick Stoof
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Hoofdstuk 2, paragraaf lezen
Klas: 3 vwo
Docent: Nick Stoof

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kent de kenmerken van een nieuwsbericht.
  • Je weet hoe een nieuwsbericht is opgebouwd.

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwsberichten vind je alleen maar in kranten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Alle artikelen in kranten zijn nieuwsberichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een overtuigende tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is neutraal geformuleerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Nieuwsberichten
  • Gaat over een actuele gebeurtenis.
  • Informatieve tekst.
  • Neutraal geformuleerd.
  • Plaatsnaam waar iets gebeurd is, wordt genoemd.
  • Onder de kop staat wie het bericht geschreven heeft.

Tweedeling: inleiding en kern (slot ontbreekt vaak)

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 2, paragraaf lezen (blz. 60):
Opdracht 1, 2, 4, 5

  • Lezen uit je boek

Slide 8 - Tekstslide

Nederlands
Hoofdstuk 2, paragraaf lezen
Klas: 3 vwo
Docent: Nick Stoof

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet welke tekstdoelen er zijn.
  • Je weet welke tekstsoorten er zijn.
  • Je weet voorbeelden van tekstvormen te noemen bij de tekstsoorten.

Slide 10 - Tekstslide

Welke tekstsoorten (en doelen) bestaan er?

Slide 11 - Open vraag

Een betoog is een voorbeeld van een amuserende tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In een betoog geeft de schrijver zijn mening in de inleiding. In de kern ondersteunt de schrijver zijn mening alleen met feiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Het tekstdoel van een reclametekst is activeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een schrijver van een tekst kan meerdere doelen hebben in 1 tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Uitleg: Tekstdoelen
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.


Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 2, paragraaf lezen (blz. 60):
Opdracht 3, 6, 7, 10, 11, 12

  • Lezen uit je boek

Slide 17 - Tekstslide

Nederlands
Hoofdstuk 2, paragraaf lezen
Klas: 3 vwo
Docent: Nick Stoof

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat kritisch lezen is.
  • Je weet waar je op moet letten, wanneer je een tekst leest.
  • Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie.

Slide 19 - Tekstslide

Een recensie is altijd betrouwbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Een betoog is altijd betrouwbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Als je wil bepalen of een tekst betrouwbaar is, kijk je onder andere naar de bron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Als er veel spelfouten in een tekst staan, dan is een tekst vaak onbetrouwbaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Een schrijver die objectief is, geeft vaak zijn mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 2, paragraaf lezen (blz. 62):
Opdracht 8, 13, 15, 16

  • Lezen uit je boek

Slide 25 - Tekstslide