hoofdstuk 4 risico en rendement

Economie 2 juni 2022
* Herhaling enkele begrippen uit voorgaande hoofdstukken.
Bespreken toepassing opgave 1 en 5

Aan het eind van de les:
- ken je de ondernemingsvormen
- weet je wat het verschil is tussen natuurlijk persoon en rechtspersoon
- begrijp je wat de principaal-agent theorie inhoud en dat daar sprake is van asymmetrische informatie en tegengestelde belangen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie 2 juni 2022
* Herhaling enkele begrippen uit voorgaande hoofdstukken.
Bespreken toepassing opgave 1 en 5

Aan het eind van de les:
- ken je de ondernemingsvormen
- weet je wat het verschil is tussen natuurlijk persoon en rechtspersoon
- begrijp je wat de principaal-agent theorie inhoud en dat daar sprake is van asymmetrische informatie en tegengestelde belangen

Slide 1 - Tekstslide

Een voorbeeld van informatie asymmetrie is
A
Bonus-malussysteem
B
Moral Hazard
C
Premie
D
Risicospreiding

Slide 2 - Quizvraag

Oplossingen voor informatie asymmetrie zijn:
A
Eigen risico, moral hazard, premiedifferentiatie
B
Eigen risico, premiedifferentiatie, informatie inwinnen
C
Eigen risico, averechtse selectie
D
Eigen risico, bonus-malussysteem, averechtse selectie

Slide 3 - Quizvraag

Het minste risico loop ik bij
A
obligaties
B
aandelen

Slide 4 - Quizvraag

Dividend en koerswinst zijn het rendement van
A
een spaarrekening
B
obligaties
C
aandelen

Slide 5 - Quizvraag

Ondernemen is risico's nemen
Ondernemingsrisico; kans dat een investering verlies geeft x de omvang van dat verlies. 

Wanneer zal een bank geld uitlenen? Risico minder groot door onderpand. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke ondernemingsvormen zijn er?
  • Hierbij kijken we naar:
  • Rechtsvorm, natuurlijke personen en rechtspersonen 
  • Aantal eigenaren
  • Inbreng eigen vermogen
  • Aansprakelijkheid voor schulden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Principaal-agentrelatie
In een principaal-agent-relatie ‘huurt’ de principaal een agent in om voor hem een taak uit te voeren. De agent en de principaal hebben echter niet alleen een gezamenlijk belang, maar ook een eigenbelang. Asymmetrische informatie in het voordeel van de agent kan zorgen voor een problematische relatie.
principaal is dus opdrachtgever
agent voert de opdracht uit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Youtube 
  • Typisch vooreeld principaal agentrelatie
  • Wat zie je gebeuren?
  • Wat voor oplossing wordt er geboden?

  • Prikkelcontracten

Slide 11 - Tekstslide

Praktijkvoorbeelden
Principaal-agent ⇒ werkgever – werknemer
Werkgever (principaal) neemt een werknemer (agent) in dienst om voor hem te werken. De werkgever heeft er belang bij dat de werknemer zijn uiterste best doet. De werknemer deelt dat belang vaak niet. Als er geen directe beloning tegenover hard werken staat, is het in het persoonlijke belang van de werknemer om het rustig aan te doen. Dat is voor de agent gunstiger, maar minder gunstig voor de principal.
Dit gedrag kan de werknemer zich veroorloven zolang de werkgever niet duidelijk kan zien dat de werknemer ‘de kantjes ervan af loopt’, dus als er sprake is van asymmetrische informatie.

Slide 12 - Tekstslide

Principaal-agent ⇒ aandeelhouder NV – directie NV
De aandeelhouders van een NV betalen de directie om de dagelijkse gang van zaken binnen het bedrijf te regelen. De aandeelhouders verwachten zoveel mogelijk winstuitkering op hun aandeel.
De directie kan ook andere belangen hebben. Die wil bijvoorbeeld geld investeren in onderzoek en ontwikkeling, zodat het bedrijf ook op de langere termijn gezond blijft.
Geld uitgeven aan onderzoek staat haaks op de winstuitkering die de aandeelhouders op korte termijn willen. Wanneer er asymmetrische informatie is, zal de aandeelhouder waarschijnlijk minder winstuitkering krijgen.
Dit probleem hebben aandeelhouders in het verleden opgelost door de directie voor een deel met aandelen te betalen. Dan heeft de directie opeens hetzelfde persoonlijke belang als de aandeelhouder: korte termijn winst.


Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
hoofstuk 3 toepassing opdracht 6, 8
hoofdstuk 4 paragraaf 1 opdracht 2 en 3 +
paragraaf 2 opdracht 3 en 4 +
paragraaf 3 opdracht 1, 2 en 4

Slide 14 - Tekstslide