4 Rechtspraak en straffen




Rechtsstaat



4. Rechtspraak en straffen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




Rechtsstaat



4. Rechtspraak en straffen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen...
- op welke manier we straffen
- wat we met straffen willen bereiken

Gebruik hierbij deze LessonUp en blz. 46 t/m 49

Slide 2 - Tekstslide



Advocaat



  • Iedere verdachte heeft recht op een advocaat.
  • Controleert op de politie/OM zich aan de regels houden.
  • Veredingen van de verdachte als het tot een rechtszaak komt. 
  • Geen geld? Je kunt een pro-deoadvocaat toegewezen krijgen.

Slide 3 - Tekstslide

    • aanklager (namens het Openbaar Ministerie)
    • leidt het opsporingsonderzoek
    • beslist of de verdachte naar de rechter gaat
    • eist in een strafzaak en bepaalde straf 
    • zorgt dat de straf wordt uitgevoerd 
    Officier van Justitie

    Slide 4 - Tekstslide

    Rechter(s):
    •  Hebben het laatste woord bij conflicten overtreding van regels of een misdaad.
    •  Ze beslissen of iemand de wet heeft overtreden of schuldig is aan een misdrijf.
    •  In hun vonnis leggen ze een passende maatregel of straf op.
    • Het oordeel van de rechter is bindend.

    Slide 5 - Tekstslide




    Meervoudige kamer





    • Drie rechters
    •  Voor ingewikkelde of zware strafzaken. 

    Slide 6 - Tekstslide

    Rechtbanken:
    • Rechtbanken
    • Gerechtshoven > hoger beroep
    • Hoge Raad

    Slide 7 - Tekstslide




    Stappen voor een rechtszaak




    Voorafgaand aan de zitting krijgt de verdachte een dagvaarding. Hier staat precies in waar je van beschuldigd wordt & waar en wanneer de zitting plaatsvindt. 

    Slide 8 - Tekstslide

    Wie is wie?

    1. Verdachte
    2. Rechter
    3. Advocaat
    4. Getuige(n)
    5. Pers
    6. Publiek
    7. Officier van Justitie
    8. Griffier
    Officier van Justitie
    Getuige(n)
    Verdachte
    Advocaat
    Griffier
    Rechter
    Pers
    Publiek

    Slide 9 - Tekstslide

    De zitting zelf
    1. Opening (persoonsgegevens controleren en rechten benoemen)
    2. Aanklacht (waarvan je beschuldigd wordt) 
    3. Onderzoek (ondervragen verdachte, getuigen en deskundigen)
    4. Requisitoir (OvJ probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is + eis)
    5. Pleidooi (advocaat verdedigt verdachte)
    6. Laatste woord (excuses, onschuld etc.)
    7. Vonnis (ben je strafbaar? Welke straf?)

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Video


    Waarom straffen we?


    • Wraak en vergelding (oog om oog, tand om tand).
    • Afschrikking (straf schrikt af en geen herhaling).
    • Voorkomen van eigenrichting (zelf voor rechter spelen).
    • Resocialisatie (heropvoeding).
    • Beveiligen van de samenleving.

    Slide 12 - Tekstslide

    Soorten straffen
    • Vrijheidsstraffen (gevangenis) = maximaal levenslang.
    • Taakstraffen (werkstraf of gedragstraining).
    • Geldboetes = maximaal bijna 1 miljoen euro.
    • Vervangende hechtenis (voor elke 50 euro die je niet betaalt een dag gevangenisstraf).
    • Bijkomende straf (intrekking rijbewijs, stadion- of beroepsverbod).
    • Voorwaardelijk (proeftijd).

    Slide 13 - Tekstslide





    Strafrechtelijke maatregelen






    TBS: terbeschikkingstelling wanneer je psychisch in de war was. 

    Slide 14 - Tekstslide

    OPDRACHTEN:

    Slide 15 - Tekstslide

    Bron 1:
    Maak de vragen op de volgende pagina:

    Slide 16 - Tekstslide

    Noem de verschillende straffen die in de bron genoemd worden en geef aan of het gaat om een hoofdstraf, bijkomende straf of strafrechtelijke maatregel gaat:

    Slide 17 - Open vraag

    Welk doel herken je in de uitspraken van de hoogleraar? Leg uit waarom:

    Slide 18 - Open vraag

    "Uit detentie komt weinigs goeds" Wat wordt hiermee bedoeld?

    Slide 19 - Open vraag

    Bron 2:

    Slide 20 - Tekstslide

    Bedenk wat de aanklacht tegen de verdachte is geweest.

    Slide 21 - Open vraag

    Hoe kun je aan dit arrest zien dat het om hoger beroep gaat?

    Slide 22 - Open vraag

    Leg het vonnis in je eigen woorden uit:

    Slide 23 - Open vraag

    Bron 2:
    Beantwoord de vragen op de volgende pagina:

    Slide 24 - Tekstslide

    Als er zware straffen worden gegeven om iedereen te laten zien dat
    misdaad keihard wordt aangepakt, dan is het doel:

    A
    Afschrikking
    B
    Supersnelrecht
    C
    Preventie
    D
    Wraak

    Slide 25 - Quizvraag

    "We moeten meer criminelen oppakken en zwaarder straffen" Deze uitspraak past het beste bij:
    A
    Linkse partijen
    B
    Christelijke partijen
    C
    Rechtse partijen
    D
    Alle partijen

    Slide 26 - Quizvraag

    Bron 3:
    Beantwoord de vragen op de volgende pagina:

    Slide 27 - Tekstslide

    Welke straf of straffen worden er gegeven: Het gaat hier om:
    A
    Een bijkomende straf
    B
    Een hoofdstraf en een maatregel
    C
    Een hoofdstraf en een bijkomende straf
    D
    Een maatregel en een bijkomende straf

    Slide 28 - Quizvraag

    Wanneer komt Alexio F. vrij?
    A
    Na twee jaar
    B
    Na drie jaar
    C
    Zodra hij 25 wordt
    D
    Dat kun je nu nog niet zeggen?

    Slide 29 - Quizvraag

    Zoek een krantenartikel op over TBS en voeg deze hier toe:

    Slide 30 - Open vraag

    Zoek een krantenartikel op over hoger beroep en voeg hier toe:

    Slide 31 - Open vraag

    Slide 32 - Video