Leestekens gebruiken als een pro!

Leestekens gebruiken als een pro!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestekens gebruiken als een pro!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Leren wat leestekens zijn
- Leren waarom we leestekens gebruiken
- Leren welke leestekens we gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les. Leg uit waarom het belangrijk is om leestekens correct te gebruiken.
Wat weet jij al over het gebruik van leestekens?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn leestekens?
- Tekens die gebruikt worden om de betekenis van een zin duidelijk te maken.
- Ze verdelen een zin in stukken en geven aan waar de pauzes horen te zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat leestekens zijn en waarom ze belangrijk zijn. Vraag de studenten om voorbeelden te geven van leestekens.
Welke leestekens gebruiken we?
- Punt .
- Komma ,
- Vraagteken ?
- Uitroepteken !
- Dubbele punt :
- Puntkomma ;

Slide 5 - Tekstslide

Laat de verschillende leestekens zien en leg uit hoe ze gebruikt worden. Geef voorbeelden van zinnen met verschillende leestekens.
Wanneer gebruik je een punt?
- Om een zin te eindigen
- Bij afkortingen
- Bij decimalen

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wanneer een punt gebruikt moet worden. Geef voorbeelden van zinnen waar een punt gebruikt moet worden.
Wanneer gebruik je een komma?
- Om een opsomming te maken
- Om bijvoeglijke naamwoorden te scheiden
- Om samengestelde zinnen te scheiden

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wanneer een komma gebruikt moet worden. Geef voorbeelden van zinnen waar een komma gebruikt moet worden.
Wanneer gebruik je een vraagteken?
- Aan het einde van een vraagzin

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wanneer een vraagteken gebruikt moet worden. Geef voorbeelden van zinnen waar een vraagteken gebruikt moet worden.
Wanneer gebruik je een uitroepteken?
- Bij uitroepen
- Om nadruk te leggen op een woord
- Bij commando's

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wanneer een uitroepteken gebruikt moet worden. Geef voorbeelden van zinnen waar een uitroepteken gebruikt moet worden.
Oefening
Geef de studenten een aantal zinnen waar ze de juiste leestekens moeten toevoegen.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de studenten in groepjes werken om de oefening te maken. Loop rond om te helpen waar nodig.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.