Spelling H5 Komma, dubbele punt, aanhalingstekens & puntkomma

c

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

c

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Lezen + Verwerkingsopdracht(je) 20 min
2. Nakijken H3 spelling opdr 1 t/m 4 + 6 
2. Belang van leestekens
3. Theorie Spelling H5
4. maken opdr 1,2 en 3 

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Belang van leestekens
https://www.youtube.com/watch?v=mMXCOfjavNw

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Ik zal vandaag de belangrijkste regels met jullie behandelen.

punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbele punt, aanhalingstekens, puntkomma.

Slide 5 - Tekstslide

Punt, uitroepteken, vraagteken
De bekendste leestekens zijn die aan het eind van de zin:

- de punt bij gewone zinnen.
- het vraagteken als er een letterlijke vraag wordt gesteld.
- het uitroepteken als er sprake is van een bevel of uitroep.

Slide 6 - Tekstslide

Komma
De komma gebruiken we:
- Voor en/of na een aanspreking
- Tussen de delen van een opsomming (behalve voor het laatste deel)
- Tussen twee persoonsvormen
- Voor en achter een bijstelling (Milan, de slimste jongen van de klas, heeft weer zijn huiswerk niet gemaakt.
- Tussen de delen van een samengestelde zin (vooral voor de voegwoorden)

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele punt
De dubbele punt gebruiken we om:
- aan te geven dat er een opsomming volgt
- aan te geven dat er een verklaring/uitleg volgt
- aan te geven dat er een letterlijk citaat volgt
- aan te geven dat er een gedachte volgt

Slide 8 - Tekstslide

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruiken we om:
- aan te geven dat het woordbeeld bedoeld wordt; niet de betekenis (Hoe schrijf je 'onmiddellijk'?)
- aan te geven dat iets een letterlijk citaat is
- aan te geven dat het woord niet letterlijk (maar bijvoorbeeld spottend) wordt gebruikt. (Jullie doen weer 'uitstekend' mee met de les.)

Slide 9 - Tekstslide

Puntkomma
De puntkomma gebruiken we om:
- aan te geven dat twee zinnen sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen.
- de lange delen binnen een opsomming van elkaar te scheiden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Aan de slag
Je gaat nu zelf oefenen:
  1. Ga naar het digitale boek van Nieuw Nederlands H5 Spelling.
  2. maken opdr 1 t/m 4 
  3. Niet af? Zorg dat je het af hebt voor de volgende les

Slide 12 - Tekstslide