Het Romeinse Rijk, deel 2
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Tekstslide
Waar was het Romeinse leger het sterkst?
A
In de lucht
B
Op zee
C
Op land
D
In de bergen
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Waarom mocht een Romeins generaal niet met zijn leger binnen komen?
A
Er was niet genoeg plek voor al die soldaten.
B
De soldaten wilden helemaal niet naar Rome.
C
In Rome waren wapens verboden.
D
Anders kon hij de regering omverwerpen.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wie was Julius Caesar?
A
Een generaal uit Carthago
B
Een Romeinse generaal
C
Een Keltische koning
D
Een gladiator
Slide 19 - Quizvraag
Wie was Hannibal Barka?
A
Een Romeinse generaal
B
Een gladiator
C
Een generaal uit Carthago
D
Een Keltische koning
Slide 20 - Quizvraag
Waarom luisterde de soldaten liever naar hun generaal dan naar de regering?
A
De generaal bood de soldaten rijkdommen aan (plunderen).
B
De regering hield niet van soldaten.
C
De generaal zorgde goed voor zijn soldaten.
D
De generaal kon de soldaten ontslaan als ze niet luisterden.
Slide 21 - Quizvraag
Waarom wilde Julius Caesar Galië veroveren?
A
Hij wilde dat het Romeinse Rijk groter werd.
B
Om machtig te worden.
C
Dan kon hij makkelijker op vakantie naar Galië.
D
Om rijk te worden.
