Révise Grandes Lignes Chapitre 5 5vwo

Révise
Chapitre 5
Grandes Lignes 
5 vwo
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Révise
Chapitre 5
Grandes Lignes 
5 vwo

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen
Vocabulaire A, B, C
Grammaire A, B, C

Bonne chance!

Slide 2 - Tekstslide

Les gens qui habitent ce village sont très coincés.
coincés =
A
eerlijk
B
vriendelijk
C
stug
D
ongezellig

Slide 3 - Quizvraag

Il est de loin le meilleur chanteur en ce moment.
de loin= (typ je antwoord)

Slide 4 - Open vraag

Je voudrais travailler en tant qu'animatrice.
en tant qu' =
A
als
B
met
C
voor
D
terwijl

Slide 5 - Quizvraag

Il y a beaucoup de désinformations autour de la guerre en Ukraine.
autour de = (typ je antwoord)

Slide 6 - Open vraag

Tu as vu mon portable quelque part?
quelque part =
A
hier
B
onlangs
C
ergens
D
iemand

Slide 7 - Quizvraag

Les draps sont compris ainsi que les serviettes.
compris = (typ je antwoord)

Slide 8 - Open vraag

Vertaal: Ik breng mijn vakantie door in het buitenland.

Slide 9 - Open vraag

wij hebben gewandeld=
A
nous nous sommes baladé
B
nous sommes baladés
C
nous nous baladions
D
nous nous sommes baladés

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: Wij verlaten deze demonstratie.

Slide 11 - Open vraag

behalve
A
malgré
B
sauf
C
quelques
D
partout

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal: haar wereld

Slide 13 - Open vraag

vertaal:
wij gaan
wij zullen gaan

Slide 14 - Open vraag

vertaal:
hij neemt
hij heeft genomen

Slide 15 - Open vraag

vertaal:
ik heb gewoond
ik woonde

Slide 16 - Open vraag

Maak van deze zinnen één zin:
Je mange une pizza. La pizza est bonne. Gebruik que/qui/dont.

Slide 17 - Open vraag

Maak van deze zinnen één zin.
Je regarde un garçon. Le garçon est sportif.

Slide 18 - Open vraag

Hoe vertaal je 'dont' in deze zin:
C'est une suprise dont j'ai très envie.
A
waarbij
B
waarin
C
waarmee
D
waarvan

Slide 19 - Quizvraag

vertaal:
je zou moeten
je moet

Slide 20 - Open vraag

Welke zin is correct?
A
Je n'ai vu personne aujourd'hui.
B
Je ne personne ai vu aujourd'hui.
C
Je n'ai personne vu aujourd'hui.
D
Personne ne j'ai vu aujourd'hui.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het antwoord op de vraag: Tu as beaucoup fait ce weekend?
A
Tu n'as rien beaucoup fait ce weekend.
B
Je n'ai rien beaucoup fait ce weekend.
C
Tu n'as fait rien ce weekend.
D
Je n'ai rien fait ce weekend.

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal: Wij zijn nog niet in de bioscoop.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal: Ik heb Harry Potter nooit gezien.

Slide 24 - Open vraag

Wat nog te doen? 
- Vocabulaire Frans-Nederlands: oefenen online (wrts, slim stampen)
- Grammaire A: oefenen in Boîte à Gram
- Grammaire B: oefenen in verbuga.eu
- Grammaire C: oefenen in Boîte à Gram 

Slide 25 - Tekstslide