Lezen 4.3 Pubquiz

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsles voor de toets
Lezen + Vraag 1 t/m 4
Lezen + Vraag 5 t/m 9
Lezen + Vraag 1 t/m 20
Gezamelijk nakijken
+ 1 punt voor leukste teamnaam
Winnaar krijgt prijs
Beoordelingsformulier instructie

Slide 2 - Tekstslide

Verkennend lezen
Tekst 5

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
In alinea 1 staan vooral:
hoofdzaken of bijzaken?

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2
Wat is het onderwerp van tekst 5?

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3
Heeft tekst 5 twee of drie delen? En door welke alinea kun je dit weten?

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 4
Bekijk nog eens de titel, bron en tussenkopjes van tekst 5
Is het doel van de tekst amuseren of informeren?

Slide 7 - Tekstslide

Nauwkeurig lezen
Alinea 1 t/m 5
5 minuten

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 5
Waar speelt het spel The Great Tour zich af?

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 6
Noteer de twee eisen waaran je moet voldoen om te winnen
(alinea 3)

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 7
Welk signaalwoord heeft je geholpen bij vraag 6?
Noteer het signaalwoorden + het tekstverband

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 8
Waarnaar verwijst "zo'n mooie nominatie"?
Regel 29

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 9
Waarnaar verwijst "Daar"?
Regel 32

Slide 13 - Tekstslide

Nauwkeurig lezen
Alinea 6 t/m 9

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 10
Meis zegt: 'Voor ons allebei is dit een soort hobby'
regel 37-38
Is dit een mening of een feit?
Uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 11
Noteer de kernzin van alinea 7
'eerste woord.... laatste woord'

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 12
Volgens Merkx heb je geen geografische kennis nodig voor het spel.
Welke twee dingen heb je wél nodig om het spel te winnen?

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 13
Welk signaalwoord heeft je geholpen bij vraag 11?
Noteer het signaalwoord + het tekstverband

Slide 18 - Tekstslide

Verwijswoorden en tekstverbanden

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 14
Waarnaar verwijst 'hem'?
Regel 55
Noteer ook de vraag die je stelt om het verwijswoord te vinden

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 15
Waarnaar verwijst 'dat'?
Regel 62
Noteer ook de vraag die je stelt om het verwijswoord te vinden

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 16
Welke twee signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven staan in alinea 4?
Noteer ook de gebeurtenissen in de juiste volgorde

Slide 22 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 17
  1. Wat is een 'nominatie'? (gebruik informatie alinea 4)
  2. Synoniem voor 'vermaard' (regel 8)
  3. Wat betekent 'aangedaan' (regel 13), gebruik tekst 6 voor uitleg

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 18
  1. Zich vereerd voelen (regel 31)
  2. Het hoofd boven water houden (regel 39-40)
  3. In de pijplijn zitten (regel 44)

Slide 25 - Tekstslide

Hoofdgedachte

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 19
  1. Bij het bordspel The Great Tour doe je vijf steden aan: Amsterdam, Parijs, Milaan, Wenen en Berlijn.
  2.  Het bordspel The Great Tour van game-designers Dennis Merkx en Kees Meis is genomineerd voor de titel Speelgoed van het Jaar in de categorie 12 tot en met 17 jaar.
  3. Tijdens het bordspel The Great Tour van Dennis Merkx en Kees Meis scheur je met een toeristenbus door Europa en win je met de juiste taktiek

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 20
Waarom zijn de andere twee antwoorden fout?
Voor elk antwoord een uitleg

Slide 28 - Tekstslide

Einde pubquiz Nederlands
Pak een andere kleur pen
Schrijf je score op je antwoorden blad

Slide 29 - Tekstslide

Vraag 1
In alinea 1 staan vooral:
hoofdzaken of bijzaken?

Slide 30 - Tekstslide

Vraag 2
Wat is het onderwerp van tekst 5?
Het bordspel The Great Tour

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 3
Heeft tekst 5 twee of drie delen? En door welke alinea kun je dit weten?
Twee delen (1/2 punt) Alinea 9 (1/2 punt)

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 4
Bekijk nog eens de titel, bron en tussenkopjes van tekst 5
Is het doel van de tekst amuseren of informeren?

Slide 33 - Tekstslide

Vraag 5
Waar speelt het spel The Great Tour zich af?
In Europa

Slide 34 - Tekstslide

Vraag 6
Noteer de twee eisen waaran je moet voldoen om te winnen
(alinea 3)
1. zo min mogelijk in de file staan (1/2 punt)
2. het juiste geld op zak hebben (1/2 punt)

Slide 35 - Tekstslide

Vraag 7
Welk signaalwoord heeft je geholpen bij vraag 6?
Noteer het signaalwoorden + het tekstverband
Bovendien (1/2 punt)
Opsommennd tekstverband (1/2 punt)

Slide 36 - Tekstslide

Vraag 8
Waarnaar verwijst "zo'n mooie nominatie"?
Regel 29
De nominatie van het speelgoed van het jaar

Slide 37 - Tekstslide

Vraag 9
Waarnaar verwijst "Daar"?
Regel 32
Of er door de nominatie ook meer spellen zijn verkocht?

Slide 38 - Tekstslide

Vraag 10
Meis zegt: 'Voor ons allebei is dit een soort hobby'
regel 37-38
Is dit een mening of een feit? (1/2 punt)
Uitleg: Meis heeft daarnaast 'gewoon' een baan om rond te kunnen komen (1/2 punt)

Slide 39 - Tekstslide

Vraag 11
Noteer de kernzin van alinea 7
'eerste woord....laatste woord'
'In het kort...zien af te leggen'

Slide 40 - Tekstslide

Vraag 12
Volgens Merkx heb je geen geografische kennis nodig voor het spel.
Welke twee dingen heb je wél nodig om het spel te winnen?
1. de juiste tactiek (1/2 punt)
2. geluk (1/2 punt)

Slide 41 - Tekstslide

Vraag 13
Welk signaalwoord heeft je geholpen bij vraag 12?
Noteer het signaalwoord + het tekstverband
Evenals (1/2 punt)
Opsommend tekstverband

Slide 42 - Tekstslide

Vraag 14
Waarnaar verwijst 'hem'?
Regel 55
Noteer ook de vraag die je stelt om het verwijswoord te vinden
Merkx (1/2 punt)
Volgens wie is geografische kennis niet nodig voor het spel? (1/2 punt)

Slide 43 - Tekstslide

Vraag 15
Waarnaar verwijst 'dat'?
Regel 62
Noteer ook de vraag die je stelt om het verwijswoord te vinden
Een stukje omrijden (1/2 punt)
Wat kost ook geld? (1/2 punt)

Slide 44 - Tekstslide

Vraag 16
Welke twee signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven staan in alinea 4?
Noteer ook de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Vervolgens en nu (1/2 punt)
Het spel is in oktober uitgegeven, vervolgens is het over meerdere Europese landen verspreid en nu is het genomineerd (1/2 punt)

Slide 45 - Tekstslide

Vraag 17
  1. Wat is een 'nominatie'? Op een lijst staan waaruit een winnaar gekozen worden
  2. Synoniem voor 'vermaard' Beroemd
  3. Wat betekent 'aangedaan' 4: Even bezoeken

Slide 46 - Tekstslide

Vraag 18
  1. Zich vereerd voelen: Vereerd zijn, iets een eer vinden          (1/2 punt)
  2. Het hoofd boven water houden: Financieel rond kunnen komen, genoeg geld hebben om van te leven (1/2 punt)
  3. In de pijplijn zitten: Eraan komen of gemaakt worden           1/2 punt)

Slide 47 - Tekstslide

Vraag 19
  1. Bij het bordspel The Great Tour doe je vijf steden aan: Amsterdam, Parijs, Milaan, Wenen en Berlijn.
  2.  Het bordspel The Great Tour van game-designers Dennis Merkx en Kees Meis is genomineerd voor de titel Speelgoed van het Jaar in de categorie 12 tot en met 17 jaar.
  3. Tijdens het bordspel The Great Tour van Dennis Merkx en Kees Meis scheur je met een toeristenbus door Europa en win je met de juiste taktiek

Slide 48 - Tekstslide

Vraag 20
Waarom zijn de andere twee antwoorden fout?
1. Antwoord 1 is een bijzaak, namelijk hoe het spel werkt
2. In deze zin wordt de nominatie van het Speelgoed van het Jaar niet genoemd (en dat is de reden waarom dit bericht geschreven is)

Slide 49 - Tekstslide