H7.3 (karakteristieke groepen)

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen

  • Samen oefenen
  • Uitleg laatste deel 7.3
  • Zelfstandig/samen oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Welke karakteristieke groepen hebben we behandeld?

Slide 3 - Open vraag

7.3 Systematische naamgeving
Stappenplan systematische naamgeving van koolwaterstoffen
  1. Bepaal de stamnaam (langste keten) en let of er dubbele bindingen zijn.
  2. Let op vertakkingen, karakteristieke groepen en bepaal dan de voor- en achtervoegsels (zie ook document Magister).
  3. Bepaal de plaatsnummers, houdt de getallen zo laag mogelijk!
  4. Zet de onderdelen op de juiste volgorde en geef de naam.


Slide 4 - Tekstslide

Klasse
Karakteristieke groep
Voorvoegsel
Achtervoegsel
Carbonzuur
          NVT
         -zuur
Alkanolen
       Hydroxy-
            -ol
Halogenen 
        F, Cl, Br, I
     Halogeen-
           NVT

Slide 5 - Tekstslide

7.3 Samen oefenen
Geef de systematische naam bij de volgende structuurformules:

                                     
b
a
c

Slide 6 - Tekstslide

Samen oefenen
a                                                                                     b



c. 2,2-dichloorbutaan-1-ol
d. 3-hydroxypropaanzuur

Slide 7 - Tekstslide

Wat is hydrofiel en hydrofoob?

Slide 8 - Tekstslide

Hydrofiel & hydrofoob
Stoffen die goed oplosbaar zijn in H2O; zijn hydrofiel.

Stoffen die slecht oplosbaar zijn in H2O; zijn hydrofoob.

Slide 9 - Tekstslide

Hydrofiel/foob op microniveau
Stoffen zijn hydrofiel wanneer ze een binding kunnen maken met watermoleculen. Wanneer een koolwaterstof een -OH groep en/of -NH groep bezit, kan het deze binding aangaan.

Wanneer een koolwaterstof deze groepen niet bezit, kan het geen bindingen aangaan met water en is het hydrofoob.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken:
33 t/m 53 (202+)


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide