Hoofdstuk 7.3

Karakteristieke groepen
Hoofdstuk 7.3
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Karakteristieke groepen
Hoofdstuk 7.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik weet wat karakteristieke groepen zijn.
  • Ik kan een systematische naam en structuurformule geven van halogenen.
  • Ik kan een systematische naam en structuurformule geven van alkanolen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Systematische naamgeving

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karakteristieke groepen
Een karakteristieke groep is een atoom (geen C of H) of een groep atomen in een koolstofverbinding. De karakteristieke groep geeft de verbinding een kenmerkende eigenschap. 
Je moet er 3 kennen: 

Halogeenalkanen 
Alkanolen
Alkaanzuren
~F, ~I, ~Cl, ~Br


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Koolstofverbindingen
  • Moleculen van koolwaterstoffen geef je meestal weer als structuurformule
  • Bij het tekenen moet je rekening houden met de                                       covalentie: hoeveel bindingen een atoom kan maken.


1
H, F, Cl, Br, I
2
O, S
3
N, P
4
C

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halogeenalkanen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

halogeen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halogenen
F
Fluor
Cl
Chloor
I
Jood
Br
Broom

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

halogeenverbinding
Halogeenalkaan = alkaan met op minimaal één plek een halogeen (Cl, F, I, Br) in plaats van een waterstof.
Naam: halogeen altijd als voorvoegsel

1. langste: 1 C dus methaan
2. geen c=c
3. er zit een Broom aan de C
4. naam = broommethaan

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

halogeenverbinding
Halogeen zit in een koolwaterstof, op de plek van een ‘H’ atoom, naam: halogeen altijd als voorvoegsel

- vormen altijd een zijgroep
- naamgeving net als bij ethyl- en methylgroepen (nummers en alfabetische volgorde)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

naam ? (denk aan
di, tri en lokatie!)
tip
  1. langste keten (meth, eth, prop, but, ...)
  2. hoeveel Cl (di, tri, ...)
  3. op welke C's zit een Cl (geef alle lokaties)

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

naamgeving halogeenalkanen
2,2-dichloorpropaan
1,1,1,2-tetrachloorethaan

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe heet 'ie?
A
1-broomprop-3-een
B
prop-1-een-3-bromide
C
3-broomprop-1-een
D
3-broompropeen

Slide 13 - Quizvraag

dubbele binding krijgt laagste nummer (C1)
Bij de nummering gaat een dubbele binding altijd voor zijgroepen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alkanolen
Alkanolen = koolwaterstof met op minimaal één plek een alcoholgroep (-OH) in plaats van een waterstofatoom.
Naam: -ol als achtervoegsel. 

1. langste: 2 C dus ethaan
2. geen c=c
3. er zit een -OH aan de C
4. naam = ethanol

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alkanolen
Alkanolen = koolwaterstof met op minimaal één plek een alcoholgroep (-OH) in plaats van een waterstofatoom.
Naam: -ol als achtervoegsel. 

Als de -OH groep op meerdere plekken kan zitten (Bv. 1e of 2e C), geven we ook aan waar de -OH groep zit: propaan-2-ol.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karakteristieke groepen
Halogeenalkanen 
Alkanolen
Alkaanzuren
~F, ~I, ~Cl, ~Br


Voorvoegsel Fluor, Jood, chloor of broom met locatie (aan welke C?)
Achtervoegsel -ol met locatie (cijfer aan welke C). 
Volgende les.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik weet wat karakteristieke groepen zijn.
  • Ik kan een systematische naam en structuurformule geven van alkaanzuren.
  • Ik kan aan de hand van een structuurformule voorspellen of een stof hydrofiel of hydrofoob is. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel & hydrofoob
Stoffen die goed oplosbaar zijn in H2O; zijn hydrofiel.

Stoffen die slecht oplosbaar zijn in H2O; zijn hydrofoob.
(fobie = angst; "bang voor water")

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel/hydrofoob
Heeft een molecuul een -OH of een -NH groep?
--> Hydrofiele stof

Deze moleculen kunnen waterstofbruggen
aangaan met watermoleculen. 
Een waterstofbrug komt tot stand tussen
de H-atoom van een OH- of NH-groep
en het O- of N-atoom van de andere
OH- of NH-groep. We geven dit weer met een stippellijn. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hydrofiel & hydrofoob?
  • Hydrofiel: waterlievend
      --> Hydrofiele moleculen lossen goed op in   
        water. Bijvoorbeeld: alkanolen en alkaanzuren;
        met -OH groep. 

  • Hydrofoob: watervrezend                                                       ---> Hydrofobe moleculen lossen slecht op in water.
    Bijvoorbeeld: (halogeen)alkanen en alkenen. 









Tekst

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel en hydrofoob mengen
  • Hydrofiel mengt met hydrofiel

  • Hydrofoob mengt met hydrofoob

  • Hydrofoob mengt niet met hydrofiel 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel en hydrofoob mengen
  • Emulgator: een combinatie van hydrofiele kop en hydrofobe staart.


  • Afb. 7.28 hydrofobe staart gericht naar de olie en hydrofiele kop naar water. Hierdoor blijft de olie gemengd in het water. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alkaanzuren
Alkaanzuren = een alkaan met minimaal één zuurgroep (-COOH) in plaats van een -CH3
Naam: -zuur als achtervoegsel. 

1. langste: 2 C dus eth-
2. geen c=c, dus uitgang -aan
3. er zit een -COOH in
4. naam = ethaanzuur

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alkaanzuren
Alkaanzuren = een alkaan met minimaal één zuurgroep (-COOH) in plaats van een -CH3. Naam: -zuur als achtervoegsel. 

Naam = pentaanzuur

De C van de zuurgroep tellen we mee in de hoofdketen (dat maakt 5 C's: pent). 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alkaanzuren
Alkaanzuren = een alkaan met minimaal één zuurgroep (-COOH) in plaats van een -CH3. Naam: -zuur als achtervoegsel. 

Naam = pentaanzuur

Moeten we de locatie van de zuurgroep aangeven?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1.


2.


3. butaandizuur
  

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karakteristieke groepen
Halogeenalkanen 
Alkanolen
Alkaanzuren
~F, ~I, ~Cl, ~Br


Voorvoegsel Fluor, Jood, chloor of broom met locatie (aan welke C?)
Achtervoegsel -ol met locatie (cijfer aan welke C). 
Achtervoegsel
-zuur 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies