In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
I
-Vorm tweetallen (of per persoon vijf zinnen)
- Maak tien zinnen met daarin een persoonsvorm tt en persoonsvorm vt
- Vul op de plek van de pv het hele werkwoord in
- Stuur de zinnen naar: p.van.de.schoot@sjl.nl