zinsdelen H2 2e les bkhv nn

Stil Lezen
timer
10:00
 boek lezen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stil Lezen
timer
10:00
 boek lezen

Slide 1 - Tekstslide

woorden van de week
coalitie = samenwerking; verbond tussen (politieke) partijen
Na verkiezingen is het altijd een ingewikkelde puzzel om een coalitie te vormen.


bijval krijgen = goedkeuring krijgen
Het idee van mijn neefje om een familiedag te organiseren kreeg bijval van de meeste familieleden.


Slide 2 - Tekstslide

woorden van de week
afbakenen = grenzen aangeven (letterlijk en figuurlijk!)
Als je het te druk hebt, is het belangrijk dat je je werkzaamheden afbakent en ook regelmatig rust probeert te nemen.
t.g.v. = ten gevolge van; ter gelegenheid van
We wilden t.g.v. de verjaardag van oma een feestje organiseren, maar oma ligt t.g.v. een val in het ziekenhuis.


Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp zoeken

Manier 1.

  1. Zoek de pv.
  2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin.
  3. Stel de vraag: wie/wat + persoosnvorm?
  4.  Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Manier 2.

1. Zoek de pv

2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin.

3. Verander de zin van getal: dus enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud.

4. Het zinsdeel dat met de persoonsvorm mee verandert, is het onderwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 5 - Woordweb

deze les
  • boekenpitch Coen, Thomas en Reyan
  • wie de volgende les?
  • nakijken opdracht 2 H2 grammatica zinsdelen

  • maken opdracht 2, 3 en 4. Probeer opdracht 5 te maken! 
    (opdracht 4 en 5 schrijf je zinnen over in je schrift!)
    = huiswerk maandag 29 november

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp zoeken

Manier 1.

  1. Zoek de pv.
  2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin.
  3. Stel de vraag: wie/wat + persoosnvorm?
  4.  Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Manier 2.

1. Zoek de pv

2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin.

3. Verander de zin van getal: dus enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud.

4. Het zinsdeel dat met de persoonsvorm mee verandert, is het onderwerp.

Slide 7 - Tekstslide

schrijf hier op hoe je opdr. 4 de 1e zin hebt gedaan.

Slide 8 - Open vraag

geef aan hoe je het onderwerp opzoekt (schrift dicht!)

Slide 9 - Open vraag

ik begrijp het ontleden goed
0100

Slide 10 - Poll