Wat? Opdracht 1, 2, 3 en 4.
Hoe? In stilte, je mag fluisteren met je buurman of buurvrouw.
Klaar? Maak ook opdracht 5 en ga daarna lezen in je leesboek
Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.
Uitkomst: Je weet het onderwerp te vinden in een zin.