Een nieuw vak

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Natuurwetenschappen

Deze les

Waddenzee

§ 1.1 een nieuw vak - uitleg / opdrachten maken

§ 1.2 onderzoeken - uitleg / opdrachten maken

Proef 1, proef 2

Waddenzee

Checklist - in Magister

Schoenen voor het wadlopen & andere schoenen

Kleding - let op het weer

Vuilniszak voor je vuile kleding

Eten en drinken 

En vergeet je handdoek niet 

Het Wad 

Is alles duidelijk?

Natuurwetenschappen

Natuurkunde                Scheikunde                  Biologie

natuurkunde

Als het vriest, dan verandert water in ijs (afbeelding 4). IJs is een vaste stof. 

Water kan dus veranderen in waterdamp of in ijs. 

Van waterdamp en ijs kun je weer water maken.

scheikunde

Stoffen kunnen ook op een andere manier veranderen. Hout kan verbranden. Het hout verandert dan in houtskool, as en rook (afbeelding 5). 

Van houtskool, as en rook kun je geen hout meer maken. Het hout is voor altijd veranderd in andere stoffen.

natuur

Bliksem, stoffen, water, licht en geluid komen voor in de natuur. Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in de natuur. Bij nask leer je hoe deze natuurverschijnselen werken.

biologie

Ook het vak biologie gaat over de natuur. Maar biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten. Natuurkunde en scheikunde gaan over de niet-levende natuur. 

Leerdoelen

Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat.

Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.

Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.

Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Aan de slag!

Wat: maken opdrachten van §1.1 een nieuw vak

Hoe: online 

Waar: magister - leermiddelen - nova; 

Hulp: buurman/buurvrouw of docent

Onthouden

Natuurkunde en scheikunde gaan over natuurverschijnselen in de niet-levende natuur.

Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

Natuurkunde en scheikunde gaan ook over stoffen.

Bij natuurkunde veranderen stoffen van toestand.

Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen. 

Nog niet af?

Huiswerk of straks verder werken

Maken opdrachten van §1.1 een nieuw vak

Paragraaf 2: Onderzoeken

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom je onderzoek doet bij nask.
• Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
• Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen kunt ruiken.
• Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
• Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn. 

Waarnemen

Je moet nauwkeurig kunnen waarnemen!

Maar waar doe je dat mee? 

• Zintuigen

Zintuigen

Onderzoek doen

Je wilt bij Natuur- en Scheikunde dingen ontdekken. 
Dit doe je door onderzoek te doen.

Onderzoeksvraag (wat wil je ontdekken) -> Het onderzoek -> Conclusie van het onderzoek (= antwoord op je onderzoeksvraag)

Kokend water als voorbeeld gebruiken

Voorzichtig!

Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken 

en 

mag je NOOIT PROEVEN!!

Waarnemen doe je met je zintuigen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is géén zintuig

1. Zien
2. Ogen
3. Horen
4. Ruiken

Deze mevrouw gebruikt de juiste manier om aan een onbekende stof te ruiken

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de juiste volgorde van onderzoek doen?

1. Onderzoeksvraag -> Conclusie-> Het onderzoek
2. Het onderzoek -> Conclusie -> Onderzoeksvraag
3. Onderzoeksvraag -> Het onderzoek -> Conclusie
4. Het onderzoek -> Onderzoeksvraag -> Conclusie

Aan de slag

§ 1.2 Onderzoeken 

Online opdrachten maken