Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 3
Neem plaats volgens de plattegrond :)
Leg je spullen op tafel en je tas op de grond.
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Neem plaats volgens de plattegrond :)
Leg je spullen op tafel en je tas op de grond.
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
- Bespreken werkwoordspellingopdrachten 3 t/m 5 p. 87
- Bespreken opdracht 7, hoofdletters p. 89
- Uitleg: werkwoordstijden en koppelwerkwoorden
- Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordstijden
Tegenwoordige tijd of verleden tijd
Onvoltooide tijd of voltooide tijd
Slide 3 - Tekstslide
Onvoltooid tegenwoordige tijd: OTT
Onvoltooid verleden tijd: OVT
Voltooid tegenwoordige tijd: VTT
Voltooid verleden tijd: VVT
De voltooide tijd (tegenwoordige tijd of verleden tijd) wordt gevormd met behulp van de werkwoorden hebben of zijn en een voltooid deelwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeelden
1. Onvoltooid tegenwoordige tijd:
Ik maak mijn huiswerk terwijl ik muziek luister.
2. Onvoltooid verleden tijd:
Ik ging gisteren met mijn familie kerstinkopen doen.
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeelden
3. Voltooid tegenwoordige tijd:
Ik heb dit jaar nog geen chocoladeletter gegeten
4. Voltooid verleden tijd:
Ik had niet zo goed voor het proefwerk geleerd.
Slide 6 - Tekstslide
Woordsoorten: Koppelwerkwoord
- Zelfstandig werkwoord
- Hulpwerkwoord
- Koppelwerkwoord
Slide 7 - Tekstslide
Woordsoorten: Koppelwerkwoord
- Zelfstandig werkwoord:
Ik stuur een kaartje naar mijn tante.
- Hulpwerkwoord:
Gisteren heeft mijn beste vriend een wedstrijd snookeren gewonnen
- Koppelwerkwoord:
De kat is al een tijdje ziek.
Slide 8 - Tekstslide
Koppelwerkwoorden
Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen
Het koppelwerkwoord verbindt het onderwerp van de zin met een eigenschap / toestand: een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Tekstslide
Koppelwerkwoorden
Het huis is groot.
De portemonnee blijkt kwijt te zijn.
Het proefwerk lijkt moeilijk.
Nepdokters heten ook wel kwakzalvers.
De fiets is gloednieuw.
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak nu opdrachten 8, 9 en 10 vanaf p. 81
We beginnen deze les nog met bespreken.
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1H1 Spelling
Maart 2020
- Les met
13 slides
Middelbare school
De werkwoordstijden
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling brugklas werkwoorden voor de eindtoets
April 2020
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
De werkwoordstijden
September 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Weektaak 15 Spelling hfst. 6
April 2020
- Les met
16 slides
Middelbare school
2hv Grammatica Woordsoorten - H2
Maart 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
W15 - 1VH Spelling H5 + Lezen H6 NN
April 2020
- Les met
28 slides
Middelbare school
2hv Grammatica Woordsoorten - H2
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2