20.1 Veredelen

20.1 Veredelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

20.1 Veredelen

Slide 1 - Tekstslide

20.1 Veredelen
Leerdoelen:
  • Je leert het verschil tussen klassieke veredeling en moderne veredeling.
  • Je begrijpt het principe van genetische modificatie en het ontstaan van cisgene en transgene organismen.
  • Je leert de functie van plasmiden bij bacteriën.
  • Je leert de levenscyclus van planten en het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.
  • Je kunt de levenscyclus van schimmels beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Klassieke veredeling is een langdurig proces
selecteren
kruisen

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het
ook alweer
bij planten???

Slide 4 - Tekstslide

Bestuiving door insecten
Bestuiving door de wind

Slide 5 - Tekstslide

meeldraad =
helmdraad + helmknop

stamper = 
stempel + stijl + vruchtbeginsel
Geslachtelijke voortplanting bij planten

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heet het wanneer een veredelaar stuifmeel van de ene plant op de stempels van andere planten aanbrengt met een penseeltje?
A
Geen bestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Kruisbestuiving
D
Kruisen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting komt ook voor in de rozenkweek. Welke vorm van voortplanting horen bij de termen:
1- bestuiving
2- enten
3- gameten
4- zaadvorming
A
1-geslachtelijk 2-ongeslachtelijk 3-geslachtelijk 4-geslachtelijk
B
1-ongeslachtelijk 2-ongeslachtelijk 3-geslachtelijk 4-geslachtelijk
C
1-geslachtelijk 2-geslachtelijk 3-ongeslachtelijk 4-ongeslachtelijk
D
1-geslachtelijk 2-ongeslachtelijk 3-geslachtelijk 4-ongeslachtelijk

Slide 9 - Quizvraag

Genen beïnvloeden
Klassieke veredeling:
Planten/ dieren die een gunstige combinatie van allelen hebben selecteren en met elkaar kruisen (bij dieren heet dat fokken)

Genetische modificatie:
Een stukje DNA van een ander organisme inbrengen in het DNA van een organisme: transgene organismen.
Als er genen worden ingebouwd van dezelfde soort: cisgene organismen.

Slide 10 - Tekstslide

Genetische modificatie
Begrijpvraag: Waarvoor gebruik je eenzelfde enzym bij openknippen plasmide en het knippen van een gen uit DNA donororganisme?

Slide 11 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je eenzelfde enzym bij het open knippen van de plasmide en het knippen van een gen uit
DNA van een donororganisme?

Slide 12 - Open vraag

Polyploïdie

  • vergroot opbrengst gewassen



Gebruik colchicine: spoelfiguur wordt afgebroken, chromatiden splitsen wel, maar worden niet naar een pool getrokken.

= Non-disjunctie


Hierdoor polyploïdie: veelvoud van het aantal chromosomen

Slide 13 - Tekstslide

Polyploïdie kan kunstmatig door colchicine worden opgewekt. Welk effect heeft colchicine?
A
wel meiose , geen celdeling
B
wel mitose, wel meiose, daarna celdeling
C
wel mitose, geen celdeling
D
geen van de antwoorden

Slide 14 - Quizvraag

Non-disjunctie bij mitose
Non-disjunctie bij meiose I

Slide 15 - Tekstslide

Polyploïdie

Slide 16 - Tekstslide

Een bulldog en een terriër werden gekruist. De fokkers kozen uit de nakomelingen honden met bepaalde eigenschappen om mee verder te fokken.
Hoe noemen we het als dieren met een bepaalde eigenschap worden doorgefokt?
A
Ongeslachtelijke voortplanting
B
Kunstmatige selectie
C
Veredeling

Slide 17 - Quizvraag

Welk voorbeeld van
biotechnologie zie je
hiernaast?
A
Weefselkweek
B
Klonen
C
Polyploïdie
D
Recombinant-DNA-techniek

Slide 18 - Quizvraag

Een schimmels is een bedreigende ziekte voor planten. Hoe verloopt de levenscyclus van schimmels. (pag. 132)

Zet de onderstaande zinnen in de juiste volgorde:

1- sporendragers ontstaan
2- spore kiemt
3- mycelium ontstaat
4- nieuwe sporen komen vrij
5- spore groeit de plant in
6- spore komt op een blad

Slide 19 - Tekstslide

Zet hieronder de juiste volgorde van de levencyclus van schimmels. Schrijf de nummers alleen gescheiden door een - zonder spatie

Slide 20 - Open vraag

Een schimmels is een bedreigende ziekte voor planten. Hoe verloopt de levenscyclus van schimmels. (pag. 132)

Zet de onderstaande zinnen in de juiste volgorde:

6- spore komt op een blad
2- spore kiemt
5- spore groeit de plant in
3- mycelium ontstaat
1- sporendragers ontstaan
4- nieuwe sporen komen vrij


Slide 21 - Tekstslide

HUISWERK
Bestudeer 20.1 en maak
opdracht 4 t/m 8

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video