Formatieve Evaluatie 2VWO H2 Van de bergen naar de zee
Welkom bij AK!
Ga zitten volgens de plattegrond. Als de timer afloopt ben je stil
Je hebt nog geen spullen nodig.
timer
2:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij AK!
Ga zitten volgens de plattegrond. Als de timer afloopt ben je stil
Je hebt nog geen spullen nodig.
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
LessonUp inloggen
Ga naar lessonup.app op je laptop
Vul onderstaande code in
Geef je eigen naam (geen nickname, andere namen of emojis)
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
De volgende vragen gaan over paragraaf
1 De vorming van de Alpen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn endogene krachten?
A
Krachten die de aarde van binnenuit veranderen.
B
Krachten die de aarde van buitenaf veranderen.
Slide 4 - Quizvraag
Welke soort verwering is op de foto te zien?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
Slide 5 - Quizvraag
Eerst Daarna Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe zijn de Alpen ontstaan?
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe kan het dat je nu soms fossielen op berghellingen in de Alpen kunt vinden?
Slide 7 - Open vraag
De volgende vragen gaan over paragraaf
2 Rivieren van ijs.
Slide 8 - Tekstslide
Welk antwoord is juist?
A
Morenen bestaan uit oude, korrelige sneeuw en zijn het begin van een gletsjer.
B
Eindmorenen laten zien tot waar een gletsjer ooit kwam.
C
Een gletsjer vormt een V-dal.
D
Gletsjers kunnen geen materiaal meevoeren.
Slide 9 - Quizvraag
Welk dal is door een gletsjer gevormd?
A
B
C
D
Slide 10 - Quizvraag
Leg uit waarom er bij een hogedrukcentrale vaak een stuwdam ligt.
Slide 11 - Open vraag
De volgende vragen gaan over paragraaf
3 Het stroomgebied van de Rijn
Slide 12 - Tekstslide
Een laaggelegen deel van de aardkost dat langs een breuk naar beneden is gegleden, noem je een:
A
Gletsjer
B
Zijmorene
C
Horst
D
Slenk
Slide 13 - Quizvraag
De Maas is 935 km lang en ontspringt op een hoogte van 1.500 meter.
Wat is het verhang van de Maas?
A
935 km/1.500 m= 0,62 km/ m
B
935 km/ 1.500 m= 623 km/m
C
1.500m/935km= 1,6 m/ km
D
1.500 m/ 935 km= 0,0016 m/ km
Slide 14 - Quizvraag
Stroomt de rivier sneller bij A of B? En bij welke letter vindt sedimentatie plaats en bij welke erosie?
Slide 15 - Open vraag
Leg uit hoe een hoefijzermeer ontstaat. Gebruik in je antwoord de woorden 'meander(en)' en 'erosie'
Slide 16 - Open vraag
De volgende vragen gaan over de atlas.
Slide 17 - Tekstslide
Als ik snel een thematische kaart wil zoeken gebruik ik:
A
het namenregister
B
de bladwijzer
C
het trefwoordenregister
D
de inhoudsopgave
Slide 18 - Quizvraag
In welk gedeelte van de atlas zoek je de kaart van Duitsland?
A
trefwoordenregister
B
register van topografische namen
Slide 19 - Quizvraag
1a. Zoek in de atlas op hoe hoog het debiet van de Rijn gemiddeld is. Noem het kaartnummer waar je de informatie gevonden hebt en het gemiddelde debiet. b Beschrijf hoe je die kaart hebt gevonden. c Is het gemiddelde debiet van de Maas groter of kleiner dan dat van de Rijn? d Geef twee verklaringen voor het feit dat het debiet van de Maas groter of kleiner is dan dat van de Rijn. Een van de verklaringen moet af te lezen zijn van de kaart.