Klassieken en keynes

conjunctuur
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

conjunctuur

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoofdstuk 2: Klassieken en Keynes

Slide 3 - Tekstslide

Modelmatig denken
altijd goed? of slaan we door?
Kritische geluiden van Pieter Omtzigt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Klassieken versus Keynes
Klassieken: loon = kosten
Adam Smith is de grondlegger van de klassieke theorie. Nadruk op prijs- marktmechanisme.
Klassieken beredeneren vanuit de aanbodkant van de economie.
Keynes: loon is koopkracht
beredeneren vanuit vraagzijde. Tijdens laagconjunctuur moet overheid ingrijpen en daarmee de vraag stimuleren. Volgens Keynes lost werkloosheid niet op door loondaling

Slide 6 - Tekstslide

Een economische crisis moet worden aangepakt door de lonen te verhogen. Deze uitspraak past bij
A
de Klassieken
B
Keynes

Slide 7 - Quizvraag

Ten tijde van een economische crisis moet de overheid ingrijpen. Deze uitspraak past bij
A
de Klassieken
B
Keynes

Slide 8 - Quizvraag

Overheidsingrijpen
Volgens Keynes moet de overheid ingrijpen om een negatieve spiraal te doorbreken. De overheid kan de bestedingen op 2 manieren beinvloeden 
- door zelf meer te besteden
- door ervoor te zorgen dat particulieren meer gaan besteden, door bijvoorbeeld een belastingverlaging

Slide 9 - Tekstslide

Rente
Bestedingen kunnen ook worden beïnvloed door renteverandering.
rente omhoog: dan sparen aantrekkelijk en lenen onaantrekkelijk --> bestedingen naar beneden

rente omlaag: sparen onaantrekkelijk, lenen aantrekkelijk --> bestedingen omhoog

Slide 10 - Tekstslide

multiplier
sneeuwbaleffect --> Overheidsbeleid (bijv belastingverlaging) 
Effectieve vraag omhoog
productie omhoog
werkgelegenheid stijgt
nationaal inkomen stijgt
consumptie stijgt

Slide 11 - Tekstslide

Overheidssaldo
In periodes van onderbesteding moet overheid volgens Keynes de economie stimuleren. Dit kan door of zelf meer te besteden of de belastingen te verlagen.
Wat heeft dit voor gevolgen voor het overheidssaldo?

Slide 12 - Tekstslide

Overheidssaldo
In periodes van onderbesteding moet overheid volgens Keynes de economie stimuleren. Dit kan door of zelf meer te besteden of de belastingen te verlagen.
Wat heeft dit voor gevolgen voor het overheidssaldo?
In tijden van onderbesteding neemt overheidstekort toe. De overheid leent geld.
Een deel van dit geld komt nagenoeg direct terug via de belastingen.
Indien beleid succes heeft, dan zal productie stijgen, neemt inkomen/winst toe en zal de belastingopbrengst weer stijgen.

Slide 13 - Tekstslide

Overbesteding
In periode van overbesteding geven we met zijn allen teveel geld uit. De effectieve vraag is groter dan de productiecapaciteit. 
Hoe kan de overheid de overbesteding bestrijden?
Wat heeft dat voor gevolg voor het overheidssaldo?

Slide 14 - Tekstslide

Bestedingsevenwicht
De effectieve vraag = productiecapaciteit
Zolang bestedingsevenwicht niet is bereikt moet overheid volgens Keynes bijsturen

Slide 15 - Tekstslide

Maken
2.10 t/m 2.21

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video