1.4 - kritisch denken

1.4 Kritisch denken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Kritisch denken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan bebepreken
  • Korte herhaling
  • Uitleg 1.4
  • 10 minuten werken
  • Uitleg pta opdracht + a.s donderdag


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: maatschappelijk probleem
  • Veel mensen hebben ermee te maken
  • Veel verschillende meningen over ontstaan/oplossen
  • Het probleem krijgt veel media aandacht
  • Het probleem moet via de politiek worden opgelost

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.
• Je kunt goede argumenten herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Een maatschappelijk probleem:
Informatie is alles wat je kennis geeft over iets of iemand.
 

Informatie kan van alles zijn: deze powerpoint, een appje, een handleiding, enzovoort.

Informatie is belangrijk. Je gebruikt het bij het nemen van beslissingen.
Informatie moet dus betrouwbaar zijn.


Slide 5 - Tekstslide

Kritisch denken
Om te bepalen of informatie betrouwbaar is, moet je er vragen over
stellen. Heb je genoeg informatie? Wat is de kwaliteit van de informatie?

Dat is kritisch denken: je gaat zorgvuldig om met informatie om je mening te bepalen.
Wat centraal staat bij kritisch denken staat het stellen van vragen, en doorvragen.


Slide 6 - Tekstslide

Kritisch denken.
Kritisch denken bestaat uit drie onderdelen:

 1 Informatie op waarde schatten
• Klopt de informatie die ik heb?
• Is er nog meer informatie beschikbaar?


Slide 7 - Tekstslide

Kritisch denken
2 Het van een andere kant bekijken

• Wat is de mening van andere mensen over de informatie?

Een mening is wat je van iets vindt.
• Waarom hebben andere mensen die mening? Kan ik daar iets
 van leren?



Slide 8 - Tekstslide

Kritisch denken
3 Nadenken over je eigen mening

 • Klopt de informatie die ik heb nog wel?
• Moet ik mijn mening aanpassen?

Slide 9 - Tekstslide

Je eigen mening
Mensen hebben vaak verschillende meningen.

 
Het is belangrijk dat mensen aan elkaar kunnen uitleggen waarom ze iets vinden.






Slide 10 - Tekstslide

Je eigen mening
Om je mening uit te kunnen leggen moet je goed voorbereid zijn.

1 Je moet de feiten kennen.
Een feit is iets wat echt gebeurd is en wat je dus kunt bewijzen.

Mening: “Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland.”
Feit: “Een kerncentrale stoot geen broeikasgassen uit. Dat is dus
goed voor het klimaat!”



Slide 11 - Tekstslide

Je eigen mening
2 Je moet het van verschillende kanten bekijken.

“Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland.”

Zijn er ook andere mogelijkheden?
Wat zijn de nadelen van een kerncentrale?
Hoeveel kost het om een kerncentrale te bouwen?




Slide 12 - Tekstslide

Je eigen mening
3 Je moet argumenten hebben bij je mening.


Argumenten zijn redenen waarmee je kunt onderbouwen waarom
je iets vindt.

“Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland. Dan kunnen we als het niet waait of als de zon niet genoeg schijnt toch genoeg  elektriciteit produceren.”


Slide 13 - Tekstslide

Kritisch of kritiek
Kritisch denken is niet hetzelfde als kritiek geven.


Bij kritiek geef je je mening.

Bij kritisch denken stel je vragen bij meningen, feiten en argumenten. Je vraagt je af: klopt het wel?


Slide 14 - Tekstslide

Wat
maken 1.4  1 - 2 - 7- 8
Tijd
Tot einde van de les 
Hoe
Zachtjes praten mag.

Hulp
De docent loopt rond.
Klaar
Verder met praktische opdracht maatschappelijk probleem (tip: gebruik blz 248)
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide