Kapitel 4 Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Kapitel 4 Grammatik

Toets inplannen

Op 10 mei toets!

Over woordenschat van Lernliste op pagina 132 en 133

NL/D moet je de woorden in het Duits kunnen schrijven en in zinnen kunnen gebruiken. 

D/NL moet je de betekenis in het Nederlands kennen en Duitse zinnen naar het Nederlands kunnen vertalen

Deze toets is digitaal dus neem een opgeladen laptop mee!

Lernziele

Am Ende der Stunde:

- habe ich die letzten Wortschatzaufgaben, auf Seite 106 und 107 verarbeitet.

- verstehe ich die Kapitel 4 Grammatik ein bisschen und, habe ich die Aufgaben auf Seite 114 und 115 verarbeitet. 

Planung

Was werden wir heute machen:

- Terugblikken

- Aan de slag met de woordenschat

- Aan de slag met de grammatica

- Vooruitblikken

- Blooket?

Hör gut zu!

Welke 10 woorden van de Lernliste NL-D hoor je?

Waar ging de tekst over?

An die Arbeit!

- Mach Aufgabe 9 und 10 auf Seite 106 und 107.

- Benutze Die Lernliste auf Seite 132.

Sprechen

Voer het gesprek van opdracht 10 uit!

Stam creëren

Stam creëer je door:

Werkwoord - en

Beispiel:

Spielen - spiel

Machen - Mach

Maak nu zelf de stam van de volgende woorden

- schwimmen

- besuchen

- vermissen

- sagen

- heißen

- vermissen

Was ist das?

Was ist das? (meervoud)

Feest

tenten

Vervoeg de werkwoorden met behulp van de feesttenten regel

Ich (machen) - 

du (machen) - 

er/sie/es (machen) - 

wir (machen) - 

ihr (machen) - 

sie/Sie (machen) -

An die Arbeit!

- Mach Aufgabe 18 und 19 auf Seite 114 und 115.

- gebruik het groene vak.

Lernzielen check

Nach dieser Stunde:

- habe ich die letzten Wortschatzaufgaben, auf Seite 106 und 107 verarbeitet.

- verstehe ich die Kapitel 4 Grammatik ein bisschen und, habe ich die Aufgaben auf Seite 114 und 115 verarbeitet.

Vooruitblikken

Huiswerk volgende week:

Schrijf de volgende 14 woorden op.

Dat is van het varken - das Schwein tot vaak - oft

Blooket!