M2 - Kapitel 2 - week 9

M2 - Kapitel 2 - week 9
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

M2 - Kapitel 2 - week 9

Slide 1 - Tekstslide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 2 - Tekstslide



  • boek/schrift/pen op tafel 

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele:

  • je kunt de werkwoorden haben & sein goed vervoegen
  • je kent de woorden van de woordenlijst van Kapitel 2
  • je kunt de woorden van het onderwerp familie toepassen in eenvoudige zinnen in het Duits 

Slide 4 - Tekstslide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 5 - Tekstslide

Was machen wir heute?

  • hören und sehen
  • Grammatik haben & sein
  • Wortschatz
  • Sprechen

Slide 6 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     C Hören: Aufgabe 30 (Seite 51)
Wie?      zusammen, im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      10 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächten Aufgaben






w

Slide 7 - Tekstslide

Die Lochis
Geweint und gelacht (Aufgabe 30)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wiederholung
Haben & sein

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tragt die richtige Verbform von haben und sein ein.
Ich ……..( heb) starke Bauchschmerzen
A
hat
B
habe
C
hatte
D
hattet

Slide 12 - Quizvraag

Tragt die richtige Verbform von haben und sein ein.
….( sein) ihr heute zu Hause?
A
sind
B
sein
C
wart
D
seid

Slide 13 - Quizvraag

Tragt die richtige Verbform von haben und sein ein.
….( zijn) ihr heute zu Hause?
A
sind
B
sein
C
wart
D
seid

Slide 14 - Quizvraag

Tragt die richtig Verbform von haben und sein ein.
…. ( ben) du heute in der Schule?
A
wart
B
biest
C
seid
D
bist

Slide 15 - Quizvraag

Tragt die richtige Verbform von haben und sein ein.
Ich ……..( heb) starke Bauchschmerzen
A
hat
B
haben
C
habe
D
hattet

Slide 16 - Quizvraag

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Grammatik Aufgabe 28 - 29 (Seite 51)
Wie?      zusammen, im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      10 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächten Aufgaben






w

Slide 17 - Tekstslide

Wiederholung
Wortschatz

Slide 18 - Tekstslide

Was bedeutet 'de vader' auf Deutsch?
A
das vater
B
die Mutter
C
die Freundin
D
der Vater

Slide 19 - Quizvraag

Wie übersetzt man 'de vriendin' ins Deutsche?
A
der Vater
B
der Bruder
C
die Freund
D
die Freundin

Slide 20 - Quizvraag

Was ist die deutsche Entsprechung von 'de zus'?
A
die Schwester
B
der Bruder
C
die Geschwester
D
die Eltern

Slide 21 - Quizvraag

Wie sagt man 'de ouders' auf Deutsch?
A
das Eltern
B
die Altere
C
die Eltern
D
der Vater

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal: de vriend

Slide 23 - Open vraag

Vertaal:
de ouders

Slide 24 - Open vraag

Vertaal:
het meisje

Slide 25 - Open vraag

Was ist die deutsche Übersetzung für 'de familie'?
A
die Schwester
B
der Bruder
C
die Eltern
D
die Familie

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?   Sprechen: Seite 54; 
             Aufgaben 36 - 37 - 38        
Wie?     zu Zweit;  im Buch
Hilfe?    die Wörterliste auf Seite 65
Zeit?      25 Minuten
Fertig?   Leer het rijtje "haben" 






w

Slide 29 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?   Sprechen: Seite 54; 
             Aufgaben 40 - 41 - 42        
Wie?     zu Zweit;  im Buch
Hilfe?    die Wörterliste auf Seite 65
Zeit?      10 Minuten
Fertig?   Leer het rijtje "haben" 






w

Slide 30 - Tekstslide

Lernziele erreicht?
je kunt de werkwoorden haben & sein goed vervoegen
je kent de woorden van de woordenlijst van Kapitel 2
je kunt de woorden van het onderwerp familie toepassen in eenvoudige zinnen in het Duits 

Slide 31 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 32 - Tekstslide

Was machen wir heute?


  • Logo
  • Haben und sein und 
  • Partizip II (voltooid     deelwoord) 

Slide 33 - Tekstslide

Lernziele:
  • Je kent de vormen van haben en sein in de tegenwoordige tijd
  • Je weet hoe je een voltooid deelwoord moet vormen
  •  Je kunt beiden gebruiken in een zin

Slide 34 - Tekstslide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Regelmatige werkwoorden
zwakke werkwoorden

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Haben

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Dus: Regel voltooid deelw. = 

Ge-stam-t


Uitzonderingen:
1) eindigt de stam op -d/-t/ => extra 'e' achter de stam
ge + stam + et
2)eindigt een werkwoord op -ieren, dan is de regel :                    
stam + t
3) begint een werkwoord met ge/be/ver/, dan is de regel: stam + (e)t

Slide 43 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was?  1.   Kapitel 2 Wir: E Grammatik: Aufgaben 
                 24, 25 und 26 
            2.   Kapitel 4 Tiere: E Grammatik: Aufgaben
                 26, 27 und 28
Wie?      selbstständig, am Laptop
Hilfe?    haben en sein: Seite  46
                voltooid deelwoord: Seite 121
Zeit?      25 Minuten
Fertig?  Slim Stampen woorden hoofdstuk 2






k

Slide 44 - Tekstslide

Lernziele erreicht?

  • ken ik de vormen van haben en sein in de tegenwoordige tijd?
  • weet ik hoe je een voltooid deelwoord moet vormen?
  •  kan ik  beiden gebruiken in een zin?

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

 1. Kapitel 2 Wir: E Grammatik: Aufgaben
    24, 25 und 26
 2. Kapitel 4 Tiere: E Grammatik: Aufgaben 26, 27 und 28

Lernen:
Lernliste D-N (Seite 64, 65)

Slide 46 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 47 - Tekstslide