Klas 1 thema 3 basistof 31ordening

B1 Steeds kleinere groepen

  • Zitten volgens de plattegrond
  • Boek op tafel
  • Tas op de grond
  • Lees blz. 172 t/m 175
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Kenmerk, Domein, Archaea, eukaryoot, prokaryoot, Rijk, eencellig, meercellig,
  • Je kent de 2 domeinen, en je kunt een voorbeeld geven van een organisme uit elk domein.
  • Je kunt de domeinen verder indelen in rijken
  • Je kent de belangrijke celkenmerken om de domeinen en rijken in te delen
  • Je kunt van een cel bepalen uit welk domein/rijk het is door naar de celkenmerken te kijken.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

B1 Steeds kleinere groepen

  • Zitten volgens de plattegrond
  • Boek op tafel
  • Tas op de grond
  • Lees blz. 172 t/m 175
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Kenmerk, Domein, Archaea, eukaryoot, prokaryoot, Rijk, eencellig, meercellig,
  • Je kent de 2 domeinen, en je kunt een voorbeeld geven van een organisme uit elk domein.
  • Je kunt de domeinen verder indelen in rijken
  • Je kent de belangrijke celkenmerken om de domeinen en rijken in te delen
  • Je kunt van een cel bepalen uit welk domein/rijk het is door naar de celkenmerken te kijken.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdgroepen (of domeinen)
  • Eukaryoten
  • Prokaryoten 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Afsluiting
  • Begrippen: Kenmerk, Domein, Archaea, eukaryoot, prokaryoot, Rijk, eencellig, meercellig,
  • Je kent de 2 domeinen, en je kunt een voorbeeld geven van een organisme uit elk domein.
  • Je kunt de domeinen verder indelen in rijken
  • Je kent de belangrijke celkenmerken om de domeinen en rijken in te delen
  • Je kunt van een cel bepalen uit welk domein/rijk het is door naar de celkenmerken te kijken.

Slide 4 - Tekstslide

Je bekijkt een cel zonder celkern. Dit is waarschijnlijk de cel van een
A
Eukaryoot
B
Prokaryoot
C
Dat kan beide zijn

Slide 5 - Quizvraag

Ordenen in de Biologie
  • Biologen plaatsen organismen in groepen > ze ordenen organismen
  • Daarbij gebruiken ze kenmerken 
Wat zijn voorbeelden van groepen en kenmerken die je kent?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 172 t/m 176
  • Maken Opdr. 1 t/m 10  blz. 176-179 

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 9 - Tekstslide

Wat kun je allemaal ordenen?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Prokaryoten
  • Bacterien
  • Archaea
Eukaryoten
  • Chromista
  • Protozoa
  • Planten 
  • Dieren
  • Schimmels

Slide 12 - Tekstslide

Ordenen wat is dat eigenlijk?

Slide 13 - Open vraag

Verschillen bacteriën - archaea - eukaryoten
Bacteriën
Archaea
Eukaryoten
Celwand
Peptidoglycaan
Manier A
Manier C
Celmembraan
Manier B
Manier A
Manier A
Eiwitsynthese
Manier B
Manier A
Manier A

Slide 14 - Tekstslide

Je bekijkt een cel met bladgroenkorrels. Dit is waarschijnlijk de cel van een
A
Eukaryoot
B
Plant
C
Bacterie
D
Schimmel

Slide 15 - Quizvraag

Wat gaan we doen?
  • Ordenen wat is dat eigenlijk? 
  • Domeinen en rijken 
  • Soorten en rassen
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 16 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 172 t/m 176
  • Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 176-179 

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 17 - Tekstslide

Groot naar klein
  • Domein
  • Rijk
  • Stam
  • Klasse
  • Orde
  • Familie
  • Geslacht
  • Soort
onthouden:
Dokter Scheikunde of Geschiedenis
voorbeeld

Slide 18 - Tekstslide

ordenen
Je kan voorwerpen en organismen indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 19 - Tekstslide

Ordening

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, van klein naar groot.
Geslacht
Soort
Organisme
Orde
Familie

Slide 22 - Sleepvraag