T3 B1 V

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

B1 Steeds kleinere groepen

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 172 t/m 175

Kennen/Kunnen

• Begrippen: Kenmerk, Domein, Archaea, eukaryoot, prokaryoot, Rijk, eencellig, meercellig,
• Je kent de 2 domeinen, en je kunt een voorbeeld geven van een organisme uit elk domein.
• Je kunt de domeinen verder indelen in rijken
• Je kent de belangrijke celkenmerken om de domeinen en rijken in te delen
• Je kunt van een cel bepalen uit welk domein/rijk het is door naar de celkenmerken te kijken.

Wat gaan we doen?

• Ordenen wat is dat eigenlijk? 
• Domeinen en rijken 
• Soorten en rassen
• Tijd voor hw
  
• Afsluiten

Ordenen wat is dat eigenlijk?

Wat kun je allemaal ordenen?

Ordenen in de Biologie

• Biologen plaatsen organismen in groepen > ze ordenen organismen
• Daarbij gebruiken ze kenmerken 

Wat zijn voorbeelden van groepen en kenmerken die je kent?

Hoofdgroepen (of domeinen)

• Eukaryoten
• Prokaryoten 

Prokaryoten

• Bacterien
  
• Archaea

Eukaryoten

• Chromista
• Protozoa
• Planten 
• Dieren
• Schimmels

Groot naar klein

• Domein
• Rijk
• Stam
• Klasse
• Orde
• Familie
• Geslacht
• Soort

onthouden:

Dokter Scheikunde of Geschiedenis

voorbeeld

Je bekijkt een cel zonder celkern. Dit is waarschijnlijk de cel van een

1. Eukaryoot
2. Prokaryoot
3. Dat kan beide zijn

Je bekijkt een cel met bladgroenkorrels. Dit is waarschijnlijk de cel van een

1. Eukaryoot
2. Plant
3. Bacterie
4. Schimmel

In welk van deze indelingsniveau's komen (waarschijnlijk) de meeste verschillende organismen voor?

1. Soort
2. Stam
3. Familie
4. Orde

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 172 t/m 176
  
• Maken Opdr. 1 t/m 8, 10  blz. 176-179 

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 172 t/m 176
  
• Maken Opdr. 1 t/m 8, 10 blz. 176-179 

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Afsluiting

• Begrippen: Kenmerk, Domein, Archaea, eukaryoot, prokaryoot, Rijk, eencellig, meercellig,
• Je kent de 2 domeinen, en je kunt een voorbeeld geven van een organisme uit elk domein.
• Je kunt de domeinen verder indelen in rijken
• Je kent de belangrijke celkenmerken om de domeinen en rijken in te delen
• Je kunt van een cel bepalen uit welk domein/rijk het is door naar de celkenmerken te kijken.

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Alle tafels recht
• Grond vrij van afval
• Tafels leeg