Talent 3.4 Schrijven en formuleren, les 2: AUB, overtuigend schrijven, bedrijvende+lijdende zin
Wanneer moet je het boek uit hebben?
In week 7, op 16 februari
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wanneer moet je het boek uit hebben?
In week 7, op 16 februari
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
We bespreken het huiswerk: 3.4, opdracht 3 en 5
Uitleg over de opbouw van argumenten en over hoe je overtuigend schrijft
Uitleg over de bedrijvende en lijdende zin
Oefenen met opdrachten uit je boek
Slide 2 - Tekstslide
De AUB-structuur
De opbouw van een argument gaat als volgt:
A: noem het argument
U: geef uitleg (toelichting) bij het argument
B: geef een goed voorbeeld bij het argument, bijvoorbeeld
Ook wel: SExi: State, Explane, Illustrate
Slide 3 - Tekstslide
Mening
Het gebruik van de smartphone in de klas is geen goed idee, want dat leidt tot zelfoverschatting.
Argument
De smartphone wekt de suggestie van controle over informatie en kennis.
Uitleg
Uit onderzoek van de NOS blijkt dat mensen hun eigen kennis overschatten en het belang van kennis juist onderschatten. Door de smartphone wordt kennis als minder belangrijke ervaren, terwijl mensen tegelijkertijd denken dat ze slimmer worden - ze weten alles al voor ze het echt weten.
Bijvoorbeeld
Zonder dat mensen het door hebben, leggen ze de verantwoordelijkheid voor kennis bij hun mobieltje. Als mensen hun telefoon een tijd niet mogen gebruiken om informatie of kennis op te zoeken, reageren ze meestal paniekerig. Ze raken dan het gevoel van controle kwijt.
Slide 4 - Tekstslide
Overtuigend schrijven
Je doel is overtuigen, dus je kunt het beste:
helder formuleren (signaalwoorden gebruiken)
beeldend formuleren: show, don't tell
zelfverzekerd formuleren, gebruik geen woorden als misschien, mogelijk, zou kunnen, wellicht, eventueel
gevarieerd formuleren, je zorgt voorafwisseling in zinslengte, zinsdeelvolgorde en woordkeuze
persoonlijk formuleren, je gebruikt zoveel mogelijk actieve zinnen
Slide 5 - Tekstslide
Formuleren: bedrijvende en lijdende zinnen.
Actieve zinnen - zinnen in de bedrijvende vorm- leggen de nadruk op de handelende persoon en zorgen daarmee voor een levendiger en persoonlijker tekst.
Passieve zinnen - zinnen in de lijdende vorm - zijn afstandelijker en formeler dan de actieve zin.
Slide 6 - Tekstslide
Passieve zinnen
Je herkent passieve zinnen aan de hulpwerkwoorden zijn of worden in combinatie met een voltooid deelwoord.
Passieve zinnen gebruik je als je geen nadruk wil leggen op de handelende persoon, bijvoorbeeld omdat je hem niet kent of als je de persoon niet wilt noemen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag/huiswerk
Huiswerk: lezen in je boek en opdracht 8, 10 en 11 t/m 12 maken