les 3

§3.2 Wat levert het op?
1a - Doordat mensen tijdens de corona-uitbraak niet op vakantie gingen, gaven ze meer geld uit aan de tuin en nieuwe fietsen.
- Door een prijsstijging van tuinproducten en fietsen steeg de omzet, ook bij een gelijkblijvend aantal klanten.
b 1.950.000.000 / 119 × 100 = € 1.638.655.462,-

2 450 / 4,95 = 90,9 = 91 bossen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Wat levert het op?
1a - Doordat mensen tijdens de corona-uitbraak niet op vakantie gingen, gaven ze meer geld uit aan de tuin en nieuwe fietsen.
- Door een prijsstijging van tuinproducten en fietsen steeg de omzet, ook bij een gelijkblijvend aantal klanten.
b 1.950.000.000 / 119 × 100 = € 1.638.655.462,-

2 450 / 4,95 = 90,9 = 91 bossen

Slide 1 - Tekstslide

3 




Verkoopopbrengst inc 9% btw
€ 13.625,00
berekening
Btw
   1.125,00
13625 / 109 x 9
Omzet exc 9% btw
€ 12.500,00
13625 - 1125
Inkoopwaarde
€   3.100,00
Brutowinst
€   9.400,00
12500 - 3100
Bedrijfskosten
€    3.200,00
Nettoresultaat (WINST)
€    6.200,00
9400 - 3200

Slide 2 - Tekstslide

4a Bij de verkoop ontvangen btw: 0,09 × 138.000 = € 12.420,-
(dit moet je afdragen)
Bij de inkoop betaalde btw 0,09 × 84.000 = € 7.560,-
Over de bedrijfskosten betaalde btw 0,21 × 43.500 = € 9.135,-
Totaal betaalde btw = 7560+9135 = € 16.695,- (dit krijg je terug)
Het verschil is 16.695 – 12.420 = € 4.275,-  

b Terugkrijgen. (De betaalde btw is hoger dan de ontvangen btw)

Slide 3 - Tekstslide

5a Voordeel: Hoe meer pakketten je aflevert, hoe hoger je loon.
Nadeel: Als je buiten je eigen schuld minder pakketten kan afleveren, dan is je loon laag.  
b Door prestatieloon gaan werknemers misschien te snel en onnauwkeurig werken. Dat kost het bedrijf misschien klanten en omzet. (Let op: Het is geen nadeel dat de werkgever meer moet betalen, want daar tegenover staat ook een hogere productie.)  

Slide 4 - Tekstslide

1 De prijs van een verbouwing kan, ondanks de stijging van de lonen, gelijk blijven als de arbeidsproductiviteit gaat stijgen.

2 Samil wil dit bereiken door kapitaalintensiever te produceren.

3 Daardoor hoeven de loonkosten per product niet te stijgen. 

Slide 5 - Tekstslide

7a (2,5 – 1,8) ÷ 1,8 × 100% = 38,9% . 
b - Pfizer wil efficiënter werken.

- Er worden meer mensuren gewerkt. 
- Er worden meer / betere kapitaalgoederen (machines) gebruikt.  

8 Door vaste kosten, die kun je niet volledig doorberekenen in de kostprijs.



Slide 6 - Tekstslide

9 Een schonere lucht in steden
 
10 Als bedrijven duurzaam gaan ondernemen, zullen hun bedrijfskosten op de korte termijn stijgen door meer investeringen. Op de langere termijn zullen de bedrijfskosten door mvo dalen en zal het aantal klanten toenemen. De winst zal toenemen.




Slide 7 - Tekstslide

§3.3 Vraag en aanbod

  • hoe lees je in een grafiek de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid af
  • hoe teken je in een grafiek de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.​
  • waardoor kan de vraag- en aanbodlijn verschuiven​
  • waarom ontstaat​ er bij minimum- of maximumprijzen geen evenwicht op de markt 
  • wanneer is een markt transparant

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn concrete markten, zoals een supermarkt of een weekmarkt. ​




Een abstracte markt is alle vraag en aanbod van een product. ​
Bijvoorbeeld: huizenmarkt, arbeidsmarkt, scootermarkt.


 







Slide 10 - Tekstslide


Evenwichtsprijs
wordt bepaald door vraag van consumenten en aanbod van producenten 
​(= de prijs waarbij de vraag gelijk is aan het aanbod). ​

Evenwichtshoeveelheid = aantal gevraagde en aangeboden producten bij evenwichtsprijs.





Rood = vraaglijn

Blauw = aanbodlijn

Slide 11 - Tekstslide

Verandering van aanbod
Het aanbod kan veranderen.​ Bijvoorbeeld door:​
- Tekort aan grondstoffen: het aanbod daalt.​De aanbodlijn verschuift naar links​. Er ontstaat een nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.​


- Meer producenten: het aanbod stijgt​. De aanbodlijn verschuift naar rechts​. Er ontstaat een nieuwe evenwichtsprijs 
en evenwichtshoeveelheid.






Slide 12 - Tekstslide

Verandering van de vraag
De vraag kan veranderen.​ Bijvoorbeeld door:​
- Inkomen consumenten stijgt: de vraag stijgt.​ De vraaglijn verschuift naar rechts.​ Er ontstaat een nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.​


- Consumenten kiezen voor ander product: de vraag daalt​. De vraaglijn verschuift naar links​. Er ontstaat een 
nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.






Slide 13 - Tekstslide

De overheid grijpt in
Vrije marktwerking: prijs wordt volledig door vraag en aanbod bepaald. ​

Te hoge prijs is soms onwenselijk bij basisbehoeften 
Dan kan de overheid: ​
maximumprijs vaststellen​ of een subsidie of toeslag geven ​

De overheid stelt soms ook minimumprijs in. ​Voor bescherming van de producent tegen een te lage prijs.


Slide 14 - Tekstslide

Een overzichtelijke markt
In een transparante markt kun je aangeboden producten en prijzen goed vergelijken. ​

In zo’n markt, met veel vragers en aanbieders, geldt:  

als prijs           dan           de vraag


als prijs           dan          het aanbod

Slide 15 - Tekstslide

  • je gaat  6 minuten in sti
En nu?
je gaat 15 minuten in stilte werken 

Ga verder met de opdrachten van §3.1  (blz 74-77)

Als je klaar bent kun je starten aan §3.2 (blz 78-81)

Huiswerk maandag 3.1 en 3.2 zijn gemaakt
                huiswerkcontrole!

timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide