Luisteren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lees- en luistertoets oefenen

Wat gaan we doen?

Kort oefenen met begrippen en vragen die voorkomen bij examen  lezen en luisteren.

Wat is het onderwerp van een tekst?

• Kort (paar woorden) waar de tekst over gaat
• Zie de kop en tussen kopjes en inleiding
• Vaak geen gebruik van werkwoord; Leefgebied van gorilla's 

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

• Samenvatting  van de hele tekst in één of twee zinnen.
• Wat de schrijver vindt/denkt.
• Heel vaak is de hoofgedachte in de inleiding of het slot te vinden!

1. Wat is het onderwerp?

2. Wat is de hoofgedachte?

Wat is het verschil tussen een mening en een feit?

Wat is geen feit

1. De aarde is rond
2. Morgen is de voorspelling voor de horeca goed
3. De docent heeft altijd gelijk
4. Rutte was premier van Nederland

Een mening is

1. Objectief
2. Subjectief

Werknemers in de bouw verdienen te weinig.

1. Objectief
2. Subjectief

Teksten

• tekstsoorten
• tekstdoelen

Tekstsoorten en doelen

Informerende teksten; willen je informatie geven over onderwerpen ​

Nieuwsbericht, studieboek, geboortekaartje, recensie​, collumn

Tekstsoorten en doelen

​Instruerende teksten; geven je instructies / uitleg over handelingen

Recept, stappenplan, bijsluiter​

​

 

Tekstsoorten en doelen

Overtuigende teksten: men ​wil je overtuigen van hun mening.

Betoog, ingezonden brief, column, toespraak, verkiezingsbijeenkomst​

​

Tekstsoorten en doelen

​Activerende teksten: ​'de zenders' willen je iets laten doen!

Vacature, advertentie, reclamefolder, tv-spot

Tekstsoorten en doelen

Amuserende teksten; zijn bedoeld om je te laten ontspannen en vermaken

Roman, stripverhaal, gedicht, podcast, songteksten, cabaret

Een recept is een:

1. Instruerende tekst
2. Overtuigende tekst
3. Amuserende tekst
4. Informerende tekst

Een voorbeeld van een activerende tekst

1. Stripverhaal
2. Studieboek
3. Vacature
4. Podcast

Welke tekst is informerend?

1. Stripverhaal
2. Studieboek
3. Vacature
4. Podcast

Een betoog is een

1. Instruerende tekst
2. Overtuigende tekst
3. tekst
4. Informerende tekst

Tips voor kijk- en luisterfragmenten

1. Niet alles letterlijk overschrijven.
2. Schrijf de belangrijkste punten op: gebruik steekwoorden.
3. Stel jezelf vragen.
4. Gebruik afkortingen, symbolen, tekeningen, tabellen en diagrammen.
5. Schrijf op een manier die duidelijk is voor jou

Lees de tekst

Waar denk je dat het fragment over gaat?

Wat is het tekstdoel?
Wat is het onderwerp ?

Nieuw fragment

Luister goed en maak aantekeningen:

• Wat is het onderwerp
• Wat is de hoofdgedachte
• Wat is het tekstsoort
• Wat is het tekstdoel
• Wie is de spreker

Wat is het onderwerp?

Wat is de hoofdgedachte?

Wat is de tekstsoort?

Wat is het tekstdoel?

Wie is de spreker?

TOT SLOT

• lees info in uitnodiging (mail)goed
• kwartier van te voren aanwezig
• neem studentnummer mee
• ID bewijs mee(rij
• telefoon mee
• geen jas of tas mee (kluis)