Oefenen voor de toets H3 politieke revoluties

Oefenen voor de toets
  • H3 politieke revoluties
  • Vragen van de afsluiting gemaakt?
  • Zijn er nog vragen/ onderwerpen die je moeilijk vindt?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor de toets
  • H3 politieke revoluties
  • Vragen van de afsluiting gemaakt?
  • Zijn er nog vragen/ onderwerpen die je moeilijk vindt?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de titel 'Politieke Revoluties' een goede naam is voor hoofdstuk 3

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij?!
Indeling van de maatschappij in Frankrijk in de 18e eeuw

Welke 3 groepen/standen zie je op de vorige afbeelding? Noem ook of ze bij de 1e, 2e of 3e stand horen.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verlichting
Manier van denken waarin geloof en traditie plaatsmaken voor logisch en verstandelijk redeneren. Verlichte burgers waren kritisch over kerk, bestuur en samenleving en wilden deze verbeteren.

Slide 6 - Tekstslide

Wat werd er anders?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe ideeën over goed bestuur
Verlichte denkers:
  • kritiek op de standensamenleving.
  • kritiek op het absolutisme.
  • mensen zijn vrij & gelijk.

Verlichte denkers waren het niet eens over de manier waarop de ongelijkheid opgelost kon worden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
en hebben mensen van nature bepaalde rechten hadden, zoals het recht op bezit en vrijheid. Zulke rechten noemden ze natuurrechten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoeveel verschillende delen is de macht in een land verdeeld volgens Montesqieu?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Montesquieu
Absolutisme leidt tot onderdrukking
Het gezag moet gescheiden zijn over drie machten (driemachtenleer)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe ideeën over goed bestuur
Scheiding van machten:
  1. Wetgevende macht: vergadering van volksvertegenwoordigers maken de wetten.
  2. Uitvoerende macht: de koning en de regering voeren de wetten uit.
  3. Rechtsprekende macht: rechters geven straffen als burgers, koning of regering zich niet aan de wetten houden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Salons, cafes, koffiehuizen
brieven, romans en toneelstukken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse Revolutie
  • De Franse koningin Marie Antoinette was niet populair in Frankrijk. 
  • Frankrijk failliet !
  • In 1788 wilde Lodewijk daarom nieuwe belastignen invoeren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nationale vergadering voert een grondwet in: einde absolutisme
Robespierre wordt onthoofd: de terreir komt ten einde
Lodewijk XVI wordt door radicalen onthoofd
Bestorming van de Bastille
Frankrijk raakt in oorlog met de rest van Europa

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staten- Generaal
  •  De Staten-Generaal bij elkaar roepen: 1789
  •  Al 175 jaar niet meer bij elkaar geweest.  
  • Er ontstond al snel ruzie over de manier van stemmen...

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe volksvertegenwoordiging
  • 1e en 2e stand wilden stemmen per stand: elke stand 1 stem​ 
  • 3e stand wilden stemmen per hoofd: elk persoon had 1 stem.  Dat zou eerlijker zijn. ​
  • De standen werden het niet eens en de 3e stand vertrekt.​
  • Ze richtten een nieuwe volksvergadering op: Nationale Vergadering.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe volksvertegenwoordiging
  • Vertegenwoordigers van de 1e en 2e stand sloten zich bij de Nationale vergadering aan.
  • De koning kon hierdoor niet anders dan de Nationale Vergadering te erkennen: veel macht.
  • Ondertussen kwamen overal in Frankrijk boeren en burgers in opstand: bang om de macht weer te verliezen.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Val van de Bastille
Begin Franse Revolutie
  • 14 juli 1789 Bestorming van de Bastille (aanleiding).
  • Opstand verspreidt zich naar het platteland (moordpartijen en plunderingen)
  • De koning erkent de Nationale Vergadering.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lesstof noemt 3 oorzaken van de Franse revolutie. Noem er 2.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze revolutie heeft dus verschillende oorzaken: 
• de grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van het ancien régime;
• het ontstaan van verlichte ideeën over de samenleving en het bestuur;
• het geldtekort van de Franse staat.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn patriotten?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Patriotten
  • Boze burgers die de macht grijpen 
  • Streven naar vrijheid, gelijkheid en democratie
  • Leider: Joan Derk van der Capellen tot den Pol (schrijver van de tekst 'aan het volk van Nederland).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oranjegezinden
  • Aanhangers van de stadhouder/Prins van Oranje
  • Stonden lijnrecht tegenover de Patriotten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bataafse Revolutie (1795)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus van 1781 tot 1795:
1. Mensen met kritiek verzamelen zich: patriotten
2. Patriot: vaderlandslievend persoon 
3. 1781: pamflet 'Aan het volk van Nederland' uit stevige kritiek
4. 1785: vlucht van de stadhouder 
5. 1786: patriotten nemen stadsbesturen over 
6. Oranjegezinden blijven de stadhouder steunen 
7. 1787: Pruisen brengen de stadhouder terug aan de macht

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen:


1: Ook Nederland krijgt een grondwet. (1798)

2: Willem V vluchtte naar Engeland.

3: Nederland werd een eenheidsstaat.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat merken wij er nu nog van dat Napoleon een paar jaar onze(Nederland) keizer is geweest?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Code Napoléon
Alle wetten en regels vastgelegd in één wetboek, de Code Napoléon. Deze golden ook in de veroverde gebieden. 

  1. Iedereen gelijk voor de wet.
  2. Overal en voor iedereen dezelfde wetten en straffen. 
  3. Burgerlijk wetboek= achternamen voor iedereen. 
  4. Centralisatie ingevoerd, onderwijs verbeterd. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfenis van Napoleon
  • Verkeer: rechts rijden

  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)

  • Nederland wordt écht één land

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes met leren!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies