formuleren

Pak alvast je boek (blz. 30), schrift en iPad
Klas 4KZ
Goedemorgen 
en
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak alvast je boek (blz. 30), schrift en iPad
Klas 4KZ
Goedemorgen 
en

Slide 1 - Tekstslide

maken

opdr 2 t/m 4 blz. 30, 31

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les...
...weet je hoe je lastige werkwoorden op de juiste manier moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Lastige werkwoorden
kunnen en kennen

Slide 4 - Tekstslide

Kies het juiste woord:
Ik ..... hem al heel mijn leven.
A
ken
B
kan
C
kun

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
Vissen ..... zwemmen.
A
kannen
B
kende
C
kennen
D
kunnen

Slide 6 - Quizvraag

Nu hij ouder wordt, ..... hij minder goed dingen onthouden.
A
ken
B
kun
C
kan
D
kon

Slide 7 - Quizvraag

Zij .... hem echt niet uitstaan!
A
ken
B
kan
C
kende
D
kan

Slide 8 - Quizvraag

Je .... best wel wat beter je best doen.
A
ken
B
kan
C
kunt
D
kent

Slide 9 - Quizvraag

Maak een zin waarin je een vorm van kunnen correct gebruikt. Gebruik minimaal 8 woorden.

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin waarin je een vorm van kennen correct gebruikt. Gebruik minimaal 8 woorden.

Slide 11 - Open vraag

Lastige werkwoorden
liggen en leggen

Slide 12 - Tekstslide

Kies het juiste woord.

Waarom [leg/lig] jij de hele zaterdagmorgen in je bed?
A
Leg
B
Lig

Slide 13 - Quizvraag

Zal de kip een ei gaan .... ?
A
liggen
B
leggen

Slide 14 - Quizvraag

De kleren............ op bed
De kleding.......... op bed
Ik.... er naar te kijken
lig
ligt
liggen

Slide 15 - Sleepvraag

Kies het juiste woord.

Boter moet je in de koelkast [leggen/liggen].
A
Leggen
B
Liggen

Slide 16 - Quizvraag

Zij .... de hele dag te zonnen.
A
leg
B
legt
C
lig
D
ligt

Slide 17 - Quizvraag

Welke persoonsvorm is goed?
Jan legde/lag een schrift op tafel.
A
legde
B
lag

Slide 18 - Quizvraag

Maak een zin waarin je een vorm van liggen correct gebruikt. Gebruik minimaal 8 woorden.

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin waarin je een vorm van leggen correct gebruikt. Gebruik minimaal 8 woorden.

Slide 20 - Open vraag

Klassencode Nederlands LessonUp:

4KZ: rlgwb

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 1 t/m 3 blz. 32, 33

Slide 22 - Tekstslide