Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de online les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.
Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
Zit je in het lokaal dan hoef je niet naar teams maar moet je wel naar lessonup.
timer
1:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de online les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.
Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
Zit je in het lokaal dan hoef je niet naar teams maar moet je wel naar lessonup.
timer
1:00
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
-Terugblik doelen vorige les. (Veel vragen in de lessonup)
-Opdrachten maken.
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan?
Slide 2 - Tekstslide
De leerdoelen van deze week:
-Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan.
-Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
-Je kunt een onderzoek mondeling presenteren.
Wat weet je al/nog?
Slide 3 - Tekstslide
Dieren met een grote verwantschap hebben veel overeenkomstige kenmerken
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke soorten verwacht je de meeste verwantschap?
A
Fregatvogel en Jan-van-gent
B
Fregatvogel en Aalscholver
C
Aalscholver en Jan-van-gendt
D
Aalscholver en Ibis
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer spreek je van verwantschap?
A
Als dieren in hetzelfde leefgebied wonen.
B
Als er overeenkomst is in het DNA
C
Als er overeenkomst is in het dieet (wat dieren eten)
D
Als er geen enkele overeenkomst is tussen dieren.
Slide 6 - Quizvraag
Na de dood van Chao's rijke ouders stond opeens Jianguo op de stoep. "Ik ben je broer" zei hij.
Kan op grond van dit deel van het DNA-verwantschapsonderzoek Jianguo inderdaad een broer van Chao zijn?
A
Nee, niet alle bandjes zijn hetzelfde als bij Chao
B
Nee, want Jianguo heeft andere bandjes van de vader gekregen
C
Ja, ze hebben beide evenveel bandjes van de vader als van de moeder
D
Ja, sommige bandjes hebben ze hetzelfde net als hun vader
Slide 7 - Quizvraag
Hoe langer geleden een voorvader heeft geleefd, hoe groter is de verwantschap.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Welke dieren hebben de minste verwantschap?
A
Slijmprik en vissen
B
Slijmprik en reptielen
C
Zoogdieren & reptielen
D
Zoogdieren en vogels
Slide 9 - Quizvraag
Hoe langer geleden er een laatste gemeenschappelijke voorouder leefde, hoe groter de verwantschap
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Bekijk de stamboom van apen en halfapen. Klik op de afbeelding om deze te vergroten. Met wie hebben de mensapen het meeste verwantschap?
A
halfapen
B
apen van de oude wereld
C
apen van de nieuwe wereld
Slide 11 - Quizvraag
Wat zegt meer over de mate van verwantschap tussen soorten?
A
Het aantal generaties dat heeft geleefd sinds de gemeenschappelijke voorouder.
B
Het aantal verstreken jaren tussen de huidige soorten en hun voorouder.
C
Het aantal individuen van de soort dat heeft geleefd sinds de gemeenschappelijke voorouder.
D
Het aantal seizoenen tussen de huidige soorten en hun voorouder.
Slide 12 - Quizvraag
Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E
Slide 13 - Quizvraag
Hoe doen wetenschappers nu vooral onderzoek naar de verwantschap tussen soorten?
A
ze bekijken fossielen
B
ze gaan op zoek naar overeenkomsten in lichaamsbouw
C
ze vergelijken het DNA
Slide 14 - Quizvraag
De gordeldieren vertonen de meeste verwantschap met de ...
A
Buideldieren
B
Miereneters
Slide 15 - Quizvraag
1. Verwantschap : Soorten hebben een gemeenschappelijke voorouder 2. Geologische tijdschaal: Weergave van de tijd sinds het ontstaan van de aarde, onderverdeeld in tijdperken
A
1: waar
2: nietwaar
B
1: nietwaar
2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 16 - Quizvraag
Wat staat er op de geologische tijdschaal?
A
DNA van alle diersoorten
B
De geschiedenis van het leven op aarde
Slide 17 - Quizvraag
De getallen op een geologische tijdschaal geven de tijd aan in...
A
duizenden jaren geleden
B
honderden jaren geleden
C
miljoenen jaren geleden
Slide 18 - Quizvraag
In een geologische tijdschaal staan tijdperken verwerkt en deze zijn weer onderverdeeld in periodes. Hoeveel jaar geleden kwam het tijdperk Mesozoicum ten einde?
A
542 miljoen jaar geleden
B
255,2 miljoen jaar geleden
C
65.5 miljoen jaar geleden
D
145,5 miljoen jaar geleden
Slide 19 - Quizvraag
timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan.
-Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
-Je kunt een onderzoek mondeling presenteren.
Kun je bereiken door:
-De tekst van Basisstof 5 en de samenhang te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 5 opdracht 1 t/m 10 en van de samenhang opdr 1 t/m 5
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
-Te bestuderen leren onderzoeken 1
Zorg dat je tot
11.20 uur aan het werk blijft met bio.
Na afloop nog een paar (0) vragen via lessonup.
Slide 20 - Tekstslide
Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (maandag)
Wat heb je geleerd deze les, alles duidelijk?
Zo niet gebruik dan de volgende links in lessonup om extra te oefenen.