Mavo 4 24-25 periode 1 week 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie, in de kluis of thuis
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, schrift, pen, rekenmachine en laptop 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Welk land heeft slechtste toegang tot sanitair?
Periode 1 -> Hoofdstukken 1 - 3
Periode 2 -> Hoofdstukken 4 - 6
Periode 3 -> Hoofdstukken 1 - 8

In periode 2 herhalen we ook stof uit periode 1. Tevens gaan we elke periode al aan de slag met oude eindexamens om ook daar structureel mee te oefenen.
Dit jaar moet je thuis ook echt aan de slag om in mei succesvol je eindexamens af te ronden.

Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

      Leerdoelen
1. I - de leerling kan uitleggen dat je middelen moet inzetten om in je behoeften te voorzien.
2. I - de leerling kan uitleggen dat je welvaart kan toenemen, zodra je in meer behoeften kan voorzien en hoe je jouw welvaart kan vergroten.
3. R - de leerling kent de begrippen vrije en schaarse goederen.
4. T1 - de leerling kent het verschil tussen welvaart en welzijn.
5. T1 - de leerling kan een procentuele verandering berekenen.
6. T1 - de leerling kan een verandering over een bepaalde periode berekenen met behulp van indexcijfers.
7. R - de leerling kent de begrippen nominaal, inflatie en koopkracht.
8. T1 - de leerling kan de reele verandering van het inkomen berekenen.
9. T2 - de leerling kan de CPI berekenen en eventuele inflatie hieruit bepalen.

Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande is een schaars goed?
A
Zonlicht
B
Wind
C
Windmolen
D
Zonnepanelen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van paragraaf 1.3 de volgende vragen:

4, 5, 8 en 9

Je hebt hiervoor 10 minuten en je mag samenwerken.

Slide 9 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent en indexcijfer van 112?
A
Een stijging van 1,2%
B
Een stijging van 12%
C
Een stijging van 112%
D
Een daling van 12%

Slide 12 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Aan de slag
Maak van paragraaf 1.3 vraag 12.

Daarnaast maak je van de herhalingsopdrachten op bladzijde 29 vraag:
11, 12, 14 en 15

Slide 13 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een oorzaak van inflatie

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn nominale loonstijging is 4,7%. Mijn reële stijging is 1,7%.
Wat is de inflatie?
A
-3%
B
6,4%
C
3%
D
2,76%

Slide 18 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van paragraaf 1.4 de volgende vragen:

2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Je hebt hiervoor 20 minuten en je mag samenwerken.

Slide 20 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting
1. I - de leerling kan uitleggen dat je middelen moet inzetten om in je behoeften te voorzien.
2. I - de leerling kan uitleggen dat je welvaart kan toenemen, zodra je in meer behoeften kan voorzien en hoe je jouw welvaart kan vergroten.
3. R - de leerling kent de begrippen vrije en schaarse goederen.
4. T1 - de leerling kent het verschil tussen welvaart en welzijn.
5. T1 - de leerling kan een procentuele verandering berekenen.
6. T1 - de leerling kan een verandering over een bepaalde periode berekenen met behulp van indexcijfers.
7. R - de leerling kent de begrippen nominaal, inflatie en koopkracht.
8. T1 - de leerling kan de reele verandering van het inkomen berekenen.
9. T2 - de leerling kan de CPI berekenen en eventuele inflatie hieruit bepalen.

Slide 21 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket.
Hoe vond je deze les?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 24 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.