Frans hoofdstuk 3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Frans hoofdstuk 3

- Vocabulaire A

- Vocabulaire B

- Grammaire C

- Phrases-clés D

Grammaire C: le verbe avoir

Het werkwoord hebben is, net zoals het werkwoord être (zijn) onregelmatig.

ik heb j’ai

jij hebt tu as

hij/zij/het heeft il/elle/on a

wij hebben nous avons

jullie hebben/u heeft vous avez

zij hebben ils/elles ont

Vertaal naar het Frans: wij hebben.

1. ils ont
2. vous avez
3. nous avons
4. ils sont

Vertaal naar het Frans: jij hebt.

1. tu as
2. tu es
3. tu veux
4. je suis

Vertaal naar het Frans: hij heeft.

1. Elle a
2. Il est
3. Il ont
4. Il a

Vormen van het werkwoord avoir.

Welke van onderstaande antwoorden komt niet van het werkwoord avoir?

1. j’ai
2. nous sommes
3. elles ont
4. vous avez

www.verbuga.eu

Phrases-clés D

Vertaal: C’est quand, son anniversaire?

1. Is zijn verjaardag op dinsdag?
2. Hoe laat is het?
3. Wanneer is hij jarig?
4. Wanneer gaat zij naar school?

Vertaal: Je vais avoir treize ans en août.

1. Ik word dertien jaar in augustus.
2. Ik was drie jaar in Australië.
3. Ik ben jarig in mei.
4. Ik word zeventien jaar in oktober.