Aller, être, avoir + woordjes Ha1b

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour tout le monde!!

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Parler 'Qui suis-je'

- Herhaling werkwoorden Aller, Avoir, Être

- Socrative

PARLER

Herhaling: ALLER

Ik ga =

Jij gaat =

hij/zij/men gaat =

Wij gaan =

Jullie gaan/u gaat =

Zij gaan =

Herhaling: ALLER

Ik ga = je vais

Jij gaat = tu vas

hij/zij/men gaat = il/elle/on va

Wij gaan = nous allons

Jullie gaan/u gaat = vous allez

Zij gaan = ils/elles vont

Vertaal: Wij gaan naar de deur.

Vertaal: Hij gaat naar het appartement.

Het werkwoord AVOIR

Ik heb =

Jij hebt =

Hij/zij/men heeft =

Wij hebben =

Jullie hebben/U heeft =

Zij hebben = 

Het werkwoord AVOIR

Ik heb = J'ai

Jij hebt = Tu as

Hij/zij/men heeft = Il/elle/on a

Wij hebben = Nous avons

Jullie hebben/U heeft = Vous avez

Zij hebben = Ils ont

Vertaal: Zij heeft een bed.

Vertaal: Wij hebben een auto.

Vertaal: Zij hebben

1. Ils ont
2. Ils vont
3. Ils sont

Het werkwoord Être

Vervoeg het werkwoord être:

Je..., tu..., il/elle..., nous..., vous..., ils/elles...

Vertaal: Hij is interessant.

Vertaal: Ik ben in het huis.

SOCRATIVE

Open jullie chromebook en ga naar de website: 

Socrative.com > klik vervolgens op student login. En vul het kamernummer in STEVENS3719 

Maak de opdrachten en als je een antwoord fout hebt vergeet niet de uitleg te lezen! 

AFSLUITING