Herhaling les 1 tot en met 3 PRANK

Herhaling les 1 tot en met 3 PRANK
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling les 1 tot en met 3 PRANK

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lees je in deze zin ironie:
'Jippie! Vandaag les over ironie'
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag


Een voorbeeld van ironie is..
A
"Wat ben je toch een aardige jongen!" Als hij iets aardigs zegt en dat normaal nooit doet.
B
"Wat ben je toch een aardige jongen!" Als hij net iets lelijks tegen iemand gezegd hebt.
C
"Wat ben je toch een aardige jongen!" Als je het niet meent.
D
"Wat ben je toch een aardige jongen?!" Als je je afvraagt of het zo is.

Slide 4 - Quizvraag

Welk personage uit Prank heeft een vader die leraar is op dezelfde school?
A
Pjotr
B
Leroy
C
Annelore
D
Penny

Slide 5 - Quizvraag

(3) ‘We gaan hem nu opereren. Als hij blijft leven, hadden we het bij het rechte eind; als hij sterft, hebben we toch wat bijgeleerd’, zegt de specialist over een patiënt.
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Cynisme

Slide 6 - Quizvraag

Cynisme
Wrede, bittere spot; zwartgallig
– "Ach, een hond is tenminste goedkoper dan een kind."

Cynisme komt vaak voort uit een (pijnlijk...) ongeloof in het goede van de mens, of uit een gevoel van machteloosheid vermengd met woede.

Slide 7 - Tekstslide

Ad rem: de letterlijke betekenis van dit woord is ter zake. In welke betekenis gebruiken we het tegenwoordig?
A
Snel
B
Moeilijk
C
Gevat
D
Cynisch

Slide 8 - Quizvraag

Welk personage is perfectionistisch en wil liever niet de winkel van zijn/haar vader overnemen?
A
Annelore
B
Pjotr
C
Penny
D
Leroy

Slide 9 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.
A
sarcasme
B
ironie
C
cynisme

Slide 10 - Quizvraag

Wie heeft een gelovige familie en zingt in een kerkkoor?
A
Leroy
B
Annelore
C
Penny
D
Pjotr

Slide 11 - Quizvraag

Gevat/Ad rem
in staat telkens een raak, geestig antwoord te geven

Slide 12 - Tekstslide

Wie wil in de toekomst zijn/haar geld verdienen met voetbal?
A
Penny
B
Annelore
C
Pjotr
D
Leroy

Slide 13 - Quizvraag

Hoor jij hier cynisme en of sarcasme en of ironie? ?? Probeer een voorbeeld

Slide 14 - Open vraag