Je schrijft de eerste versie van je verslag. 'Nederlands is leuk' (mevrouw Hart, 2020).
Aandachtspunten:
- Je verslag heeft een inleiding, kern en slot
- Je gebruikt signaalwoorden (ten eerste, ten tweede, daarnaast, maar, daarom, et cetera. Zie ook blz. 196 in je boek)
- Je verslag heeft (uiteindelijk) minimaal 150 woorden
- Het publiek is je klas, dus je schrijft het voor je klasgenoten
Tip: De inleiding is het moeilijkst, die kun je beter als laatste schrijven! Dan weet je wat in de rest van je tekst staat.