In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wat is de tekstsoort?
A
Een reclame van het voedingscentrum over voedsel
B
Een voorlichtingsfilmpje van het Voedingscentrum
C
Een fragment uit een nieuwsprogramma
Slide 2 - Quizvraag
Waaraan herken je de tekstsoort?
Drie antwoorden zijn goed.
WEL
NIET
De pictogram men.
Het taalgebruik is eenvoudig en helder.
Het filmpje is opgedeeld in twee delen.
De tips: '5 keer veilig met eten'.
Er wordt geen mening gegeven.
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is het onderwerp van het tweede deel van het filmpje?
A
Veilig voedsel bereiden
B
Voorkomen van voedselinfecties
C
Bederfelijk voedsel bewaren
Slide 4 - Quizvraag
Het filmpje begint met een inleidding. Hierin wordt uitgelegd dat voedsel de bedrijven weliswaar veilig verlaat, maar dat jaarlijks toch veel mensen een voedselinfectie oplopen. Daarna volgt het eerste deel van de kern van het filmpje.
Wat is het onderwerp van dit deel?
A
Ziekteverwekkers
B
Micro-organismen
C
Voedselinfecties
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin geeft de hoofdgedachte het beste weer?
A
Door schadelijke micro-organismen geen kans te geven, voorkom je voedselinfecties.
B
Vanaf het moment dat je voedsel koopt, ben je er zelf verantwoordelijk voor.
C
Je gaat alleen veilig met voedsel om als je de 5 tips uit het filmpje volgt.
Slide 6 - Quizvraag
Welke zinnen zijn hoofdzaken en welke zinnen zijn bijzaken?
Hoofdzaken
Bijzaken
De grootte van een micro-organisme kun je vergelijken met een menselijk haar
Jaarlijks lopen ongeveer 750.000 Nederlanders een voedselinfectie
Veel van de voedselinfecties worden thuis opgelopen
Van ziekteverwekkers in je eten kun je ernstig ziek worden
Als een product in de winkel ligt heeft het al een lange weg afgelegd.
In de juiste omstandigheden vermenigvuldigen micro-organismen zich razendsnel
Ziekteverwekkers behoren tot de groep micro-organismen
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is de functie van het openingsbeeld?
A
De aandacht van de kijker trekken en het onderwerp introduceren
B
Het onderwerp introduceren en het filmpje samenvatten
C
Het filmpje samenvatten en de aandacht van de kijker trekken
Slide 8 - Quizvraag
De meeste filmpjes kennen een inleiding, kern en slot. Wat is het slot van dit filmpje?
A
De vijf tips over veilig omgaan met eten.
B
Kijk op 'www.voedingscentrum.nl/eetveilig'
C
"Met 5x veilig eten geef je ziekteverwekkers geen kans. Zo voorkom je dat je ziek wordt. Meer weten? Kijk op 'www.voedingscentrum.nl/eetveilig'
D
Het filmpje heeft geen slot
Slide 9 - Quizvraag
Welk verband geven de in hoofdletters geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.
Een product wordt EERST in de fabriek gemaakt en ligt DAARNA in de winkel.
A
argumentatie
B
opsomming
C
tijd
Slide 10 - Quizvraag
Welk verband geven de in hoofdletters geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.
Er zijn nuttige EN schadelijke organismen
A
tijd
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 11 - Quizvraag
Welk verband geven de in hoofdletters geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.
OMDAT je van ziekteverwekkers ernstig ziek kunt worden, moeten we ze ver van ons eten houden
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Argumentatie
Slide 12 - Quizvraag
Welk verband geven de in hoofdletters geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.
Nuttige organismen kunnen BIJVOORBEELD worden gebruikt om yoghurt te maken.
A
opsomming
B
tijd
C
voorbeeld
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de relatie tussen deel 1 en deel 2?
A
Er wordt eerst uitgelegd wat ziekteverwekkers zijn, zodat je begrijpt dat je voedsel in de koelkast moet bewaren.
B
Er wordt eerst uitgelegd hoe voedsel in de winkel komt en daarna hoe je thuis met voedsel moet omgaan.
C
Er wordt eerst uitgelegd wat micro-organismen zijn en wat ze kunnen veroorzaken, zodat je begrijpt waarom je veilig met voedsel moet omgaan
Slide 14 - Quizvraag
Hoe is er samenhang tussen tekst en beeld aangebracht?
A
De gesproken tekst wordt ondersteund door de beelden.
B
De gesproken tekst wordt uitgebeeld door de beelden.
C
De beelden laten precies zien wat de spreker vertelt.
Slide 15 - Quizvraag
In het begin van het filmpje wordt gezegd: 'Fabrikanten moeten voldoen aan strenge richtlijnen om de veiligheid van hun producten te garanderen.'
Wat betekent het woord 'garanderen'? Probeer de betekenis uit de zin te halen.
A
Rekening houden met de regels.
B
Ervoor zorgen dat het zeker is.
C
Betrouwbaar zijn.
Slide 16 - Quizvraag
'Onderverdelen' is gemaakt van twee woorden: 'onder' en 'verdelen'.
Wat betekent het woord 'onderverdelen'? Kijk goed naar de betekenis van de twee losse woorden.
A
In delen splitsen.
B
Delen met anderen.
C
Bepalen wie welk deel krijgt.
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'streng'?
Probeer de betekenis uit het filmpje te halen. Lukt dat niet, zoek het woord dan op in het woordenboek.
A
Zonder medelijden.
B
Een aantal in elkaar gedraaide draden.
C
Precies volgens de wet.
Slide 18 - Quizvraag
Het filmpje begint bij de productie van voedsel in de fabriek.
Wat willen de makers hiermee zeggen?
A
De maker geeft een voorbeeld van hoe men in de fabriek veilig met voedsel omgaat.
B
De maker wil laten zien dat het voedsel dat je koopt, veilig is. Daarna is het aan jou hoe je ermee omgaat.
C
De maker legt uit dat de fabriek weet hoe je veilig met voedsel om moet gaan. Nu jij nog.
Slide 19 - Quizvraag
Bij tip 1 wordt gezegd: 'Koop bederfelijke en diepvriesproducten als laatste.'
Wat bedoelen de makers met 'bederfelijke producten'?
A
Producten die verrot zijn.
B
Producten die je in de koelkast moet bewaren.
C
Producten die je zo snel mogelijk op moet eten.
D
Producten die vers zijn.
Slide 20 - Quizvraag
Wat wil de maker met dit filmpje bereiken?
A
Dat mensen veilig met hun voedsel omgaan om zo voedselinfecties te voorkomen.
B
Dat mensen de vijf tips opvolgen en gaan kijken op de website van het Voedingscentrum.
C
Dat mensen weten wat micro-organismen zijn en veilig met hun voedsel omgaan.
Slide 21 - Quizvraag
Is dit filmpje betrouwbaar? Waarom wel of niet?
A
Ja, omdat het Voedingscentrum deskundig is op het gebied van voeding.
B
Ja, anders zou het filmpje niet op YouTube staan.
C
Nee, omdat het Voedingscentrum je wil overhalen verse producten te kopen.
D
Nee, omdat het filmpje op YouTube staat.
Slide 22 - Quizvraag
Je maakt een samenvatting van het filmpje.
Welke drie zinnen gebruik je?
WEL
NIET
Ziekteverwekkers zijn schadelijke micro-organismen.
Sommige nuttige micro-organismen kun je gebruiken om yoghurt te maken.
Veilig omgaan met eten is heel eenvoudig.
Je kunt ernstig ziek worden van ziekteverwekkers in je eten of drinken.
In de fabriek wordt gecontroleerd of de voedselveiligheid in orde is.
Je gebruikt voor rauw vlees een andere snijplank dan voor groente.
Met 5x veilig eten geef je ziekteverwekkers geen kans.