Nederlands luisteren les 6

1 / 20
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat is de tekstsoort?
A
Een reclame van het voedingscentrum over voedsel
B
Een voorlichtingsfilmpje van het Voedingscentrum
C
Een fragment uit een nieuwsprogramma

Slide 2 - Quizvraag

Waaraan herken je de tekstsoort?
Drie antwoorden zijn goed.
WEL
NIET
De pictogram men.
Het taalgebruik is eenvoudig en helder.
Het filmpje is opgedeeld in twee delen.
De tips: '5 keer veilig met eten'.
Er wordt geen mening gegeven.

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is het onderwerp van het tweede deel van het filmpje?
A
Veilig voedsel bereiden
B
Voorkomen van voedselinfecties
C
Bederfelijk voedsel bewaren

Slide 4 - Quizvraag

Het filmpje begint met een inleiding. Hierin wordt uitgelegd dat het voedsel de bedrijven veilig verlaat, maar dat jaarlijks toch veel mensen een voedselinfectie oplopen. Daarna volgt het eerste deel van de kern van het filmpje.

Wat is het onderwerp van dit deel?
A
Ziekteverwekkers
B
Micro-organismen
C
Voedselinfecties

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin geeft de hoofdgedachte het beste weer?
A
Door schadelijke micro-organismen geen kans te geven, voorkom je voedselinfecties.
B
Vanaf het moment dat je voedsel koopt, ben je er zelf verantwoordelijk voor.
C
Je gaat alleen veilig met voedsel om als je de 5 tips uit het filmpje volgt.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van het openingsbeeld?
A
De aandacht van de kijker trekken en het onderwerp introduceren
B
Het onderwerp introduceren en het filmpje samenvatten
C
Het filmpje samenvatten en de aandacht van de kijker trekken

Slide 7 - Quizvraag

De meeste filmpjes kennen een inleiding, kern en slot.
Wat is het slot van dit filmpje?
A
De vijf tips over veilig omgaan met eten.
B
Kijk op 'www.voedingscentrum.nl/eetveilig'
C
"Met 5x veilig eten geef je ziekteverwekkers geen kans. Zo voorkom je dat je ziek wordt. Meer weten? Kijk op 'www.voedingscentrum.nl/eetveilig'
D
Het filmpje heeft geen slot

Slide 8 - Quizvraag

Welk verband geven de in HOOFDLETTERS geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.

Een product wordt EERST in de fabriek gemaakt en ligt DAARNA in de winkel.
A
argumentatie
B
opsomming
C
tijd

Slide 9 - Quizvraag

Welk verband geven de in HOOFDLETTERS geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.

Er zijn nuttige EN schadelijke organismen
A
tijd
B
voorbeeld
C
opsomming

Slide 10 - Quizvraag

Welk verband geven de in hoofdletters geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.

OMDAT je van ziekteverwekkers ernstig ziek kunt worden, moeten we ze ver van ons eten houden
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Argumentatie

Slide 11 - Quizvraag

Welk verband geven de in hoofdletters geschreven signaalwoorden aan? Kies het juiste verband.

Nuttige organismen kunnen BIJVOORBEELD worden gebruikt om yoghurt te maken.
A
opsomming
B
tijd
C
voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Hoe is er samenhang tussen tekst en beeld aangebracht?
A
De gesproken tekst wordt ondersteund door de beelden.
B
De gesproken tekst wordt uitgebeeld door de beelden.
C
De beelden laten precies zien wat de spreker vertelt.

Slide 13 - Quizvraag

In het begin van het filmpje wordt gezegd: 'Fabrikanten moeten voldoen aan strenge richtlijnen om de veiligheid van hun producten te garanderen.'

Wat betekent het woord 'garanderen'?
Probeer de betekenis uit de zin te halen.


A
Rekening houden met de regels.
B
Ervoor zorgen dat het zeker is.
C
Betrouwbaar zijn.

Slide 14 - Quizvraag

'Onderverdelen' is gemaakt van twee woorden: 'onder' en 'verdelen'.

Wat betekent het woord 'onderverdelen'? Kijk goed naar de betekenis van de twee losse woorden.
A
In delen splitsen.
B
Delen met anderen.
C
Bepalen wie welk deel krijgt.

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'streng'?

Probeer de betekenis uit het filmpje te halen. Lukt dat niet, zoek het woord dan op in het woordenboek.
A
Zonder medelijden.
B
Een aantal in elkaar gedraaide draden.
C
Precies volgens de wet.

Slide 16 - Quizvraag

Het filmpje begint bij de productie van voedsel in de fabriek.

Wat willen de makers hiermee zeggen?
A
De maker geeft een voorbeeld van hoe men in de fabriek veilig met voedsel omgaat.
B
De maker wil laten zien dat het voedsel dat je koopt, veilig is. Daarna is het aan jou hoe je ermee omgaat.
C
De maker legt uit dat de fabriek weet hoe je veilig met voedsel om moet gaan. Nu jij nog.

Slide 17 - Quizvraag

Bij tip 1 wordt gezegd: 'Koop bederfelijke en diepvriesproducten als laatste.'

Wat bedoelen de makers met 'bederfelijke producten'?
A
Producten die verrot zijn.
B
Producten die je in de koelkast moet bewaren.
C
Producten die je zo snel mogelijk op moet eten.
D
Producten die vers zijn.

Slide 18 - Quizvraag

Wat wil de maker met dit filmpje bereiken?
A
Dat mensen veilig met hun voedsel omgaan om zo voedselinfecties te voorkomen.
B
Dat mensen de vijf tips opvolgen en gaan kijken op de website van het Voedingscentrum.
C
Dat mensen weten wat micro-organismen zijn en veilig met hun voedsel omgaan.

Slide 19 - Quizvraag

Is dit filmpje betrouwbaar? Waarom wel of niet?
A
Ja, omdat het Voedingscentrum deskundig is op het gebied van voeding.
B
Ja, anders zou het filmpje niet op YouTube staan.
C
Nee, omdat het Voedingscentrum je wil overhalen verse producten te kopen.
D
Nee, omdat het filmpje op YouTube staat.

Slide 20 - Quizvraag