Les 2 Basis administratie

Les 2: Administratie en kas controle
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2: Administratie en kas controle

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze cursus:
Administratieve vaardigheden: Invoeren van NAW-gegevens, bijhouden van een kasboek en uitvoeren van kascontroles.
Betalingsprocessen: Uitvoeren van deelbetalingen, aanmaken van automatische incasso’s en afhandelen van betalingsbewijzen.
Klantenbeheer: Aan- en afmelden van pin, stappen bij niet-betalende klanten en aanmelden bij incassobureau.
Verzekeringen en zorgplannen: Administratieve handelingen bij huisdierzorgverzekeringen en -zorgplannen.
Adviesvaardigheden: Adviseren over minima dierenartsenpraktijk en vastleggen van gegevens bij behandeling op rekening

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindproduct van deze cursus
  • Tijdens de lessen werk je met z`n tweeën een onderwerp met een aantal deelvragen uit tot een PowerPoint presentatie.
  • Deze presenteren jullie vervolgens aan de klas op maandag 9 december. 
  • Jouw gemaakte presentatie lever je ook in bij Cumluade -> onderwijseenheid 19 -> kennisleerlijn -> administratie voeren en kascontrole

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vandaag
Week 2: Basisadministratie

Doel:
  1.  NAW gegevens
  2. Pin betalingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In een dierenartsenpraktijk kunnen diverse persoonsgegevens  verwerkt worden. Dit is noodzakelijk om een huisdier medisch goed te kunnen behandelen en nodig voor het financieel afhandelen van de behandeling.
Dit doen wij aan de hand van NAW gegevens.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de afkorting NAW-gegevens?
De NAW-gegevens betekenis is in basis heel eenvoudig:
Naam, Adres, Woonplaats
Bij het adres wordt doorgaans gesproken van straat, huisnummer en postcode. 

Persoonsgegevens: zijn alle gegevens die direct of indirect kunnen worden gekoppeld aan een persoon.
Dit omvat bijvoorbeeld: Naam, adres, telefoonnummer, emailadres, maar ook persoonlijke voorkeuren, gezondheidsinformatie, financiële gegevens, sociale media accounts.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor het doorgeven van persoonlijke gegevens
Toestemming
Uitvoering van een overeenkomst
Wettelijke verplichting
 Vitaal belang
 Publiekrechtelijke taak
Gerechtvaardigd belang van de organisatie

Slide 9 - Tekstslide

Toestemming: U heeft expliciet toestemming gegeven voor het doorgeven van uw gegevens.
Uitvoering van een overeenkomst: De gegevens zijn nodig om een overeenkomst uit te voeren, zoals het bezorgen van een product.
Wettelijke verplichting: Er is een wettelijke verplichting om de gegevens door te geven, bijvoorbeeld aan de belastingdienst.
Vitaal belang: In noodgevallen, zoals medische noodsituaties, kunnen gegevens zonder toestemming worden doorgegeven.
Publiekrechtelijke taak: Overheidsinstanties mogen gegevens doorgeven als dit nodig is voor hun taken, zoals bij fraudeonderzoeken.
Gerechtvaardigd belang: De organisatie heeft een gerechtvaardigd belang dat zwaarder weegt dan uw privacybelang, mits er een privacytoets is uitgevoerd
Koppeling met de wet AVG
De Algemene Verordening Gegevensbescherming is sinds 25 mei 2018 van kracht, daarin zijn de rechten van EU-burgers vastgelegd. Zo mag een bedrijf of instantie niet zomaar persoonlijke informatie verzamelen of verwerken. Wanneer deze regels worden overtreden kunnen hier flinke sancties op komen te staan.

TOESTEMMING IS DUS BELANGRIJK!!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting AVG (van de AVG-wet) voor?
A
Algemene verdenking gegevensbescherming
B
Algemene verordening gegevensbewaking
C
Algemene verordening gegevensbescherming
D
Algemene verandering gegevensbescherming

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie typen persoonsgegevens
De AVG onderscheidt drie typen persoonsgegevens: 
- gewone persoonsgegevens (geboortedatum, geslacht, e-mailadres); 
- bijzondere persoonsgegevens (ras, etnische afkomst, politieke opvattingen, levensbeschouwelijke overtuigingen, gezondheid, seksuele gerichtheid);
- strafrechtelijke persoonsgegevens (strafbare feiten en veroordelingen).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van de AVG is …..
A
Regels voor de wetten
B
Regels voor personen
C
Regels voor bescherming persoonsgegevens
D
Huisregels

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betaling

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke betalingsbewijzen zijn er
A
Kassa bon
B
Pin bon
C
Bankafschrift
D
lidmaatschapspas

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betalingsmethoden
  • Contante betaling: pinbetaling, contant geld.
  • Op rekening: over een aantal dagen betalen. 
  • Levering onder rembours: goederen worden door vervoerder afgegeven als de klant betaald.  

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest genoemde redenen om geen contant geld

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contactloos of contant
De klant betaalt contactloos, met chip of via de magneetkaartlezer.
Na betaling kan de pin-bon mee.
Eventueel de factuur voor de verzekering.

Bij contant is er geen directe bon van bewijs, maar de factuur laat zien dat de rekening is betaald.
Handtekening en stempel op de factuur, zeker bij declaraties voor een verzekering.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet een geldig betalingsbewijs aan voldoen?

- Rekeningnummer ontvanger: op een geldig betalingsbewijs moet het rekeningnummer staan waarnaar het bedrag is overgeboekt.
- Rekeningnummer betaler: ook moet een betalingsbewijs beschikken over het rekeningnummer van waar het geld vandaan komt.
- Datum: Verder moet de datum van de transactie op het betalingsbewijs staan.
- Het bedrag: Ook het overgemaakte bedrag moet op het betalingsbewijs staan.
- Factuurnummer of betalingskenmerk: Het betalingsbewijs moet tot slot beschikken over een factuurnummer of betalingskenmerk.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contant geld in de praktijk
  •  Zo min mogelijk geld in de kassalade. Stimuleer pinbetalingen, geld afromen
  •  Kassa’s die niet in gebruik zijn moeten op slot zitten en een kassalade hebben. 
  • De inhoud van de kassalades moet dagelijks worden geteld en afgestort worden in de kluis. -> afstorten bij de bank kost ook geld.
  •  Tel altijd in een aparte ruimte 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pinnen
Hoe werkt het aan- en afmelden van de pinautomaat. Met wie maak je contact?
Hoe werkt een pinbetaling? Waarom staat de ene keer het te factureren bedrag gelijk op de rekening van de praktijk, terwijl dit de andere keer één of twee dagen later is?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag.
Ga verder met het maken van de PowerPoint presentatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies