1.3 Kust: Kenmerken

§1.3 Kust: kenmerken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Kust: kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? (1 les)
3 kustzones NL
Opbouw van de kust
Kust in beweging
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
de in Nederland voorkomende typen kusten noemen;
uitleggen hoe zeestromen, getijdenstromen en wind de Nederlandse kust vormgeven;
beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijgingen/of menselijk handelen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen §1.3
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL kust 3 zones
Zone 1
Zeedijken, wadden

Harde kust
Kust in Nederland die uit dijken, 
dammen en waterkeringen bestaat.



1
2
3

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL kust 3 zones
Zone 2
Duinen

Zachte kust
Kust die opgebouwd is uit zand.

1
2
3

Slide 6 - Tekstslide

Stranden, zandplaten, duinen, wadden en kwelders noem je:

NL kust 3 zones
Zone 3
Estuarium, delta
Trechtervormige monding van een 
rivier.

De Deltawerken
1
2
3

Slide 7 - Tekstslide

Een estuarium is:
een trechtervormige monding van een rivier in zee, waar getijden grote invloed hebben. Hier vind je een unieke mengeling van zoet water uit de rivieren en zout water van de zee.
Alleen langs de Schelde is nog sprake van een estuarium. In de rest van Zeeland niet meer, omdat:
de Zeeuwse kust na de stormramp van 1953 door dammen en andere waterkeringen van de zee is afgesloten, waardoor er nauwelijks nog sprake is van de werking van getijden.

Zodra de rivier in zee stroomt, laat deze al het sediment vallen.
Er bouwt zich geleidelijk nieuw land op in zee, een delta.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Estuarium
Niet bij iedere riviermonding vormt zich een delta.

Als het verschil tussen eb en vloed groot is, krijgt sediment niet de kans om naar de bodem te zakken. Het gaat bij vloed mee de riviermonding in en sedimenteert als de vloedstroom zwakker wordt.

Er ontstaat een estuarium.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A Estuarium
B Delta
Estuarium

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Estuarium

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

   Huiswerk
       §1.3 Ⓜ︎ 1, 2, 3, 4, 5

       
       Klaar?
         - Maken samenvattingsopdracht blz. 41

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Spullen pakken
2. Oefenen bronvragen
3. Herhalen §1.3
4. Aantekeningen §1.3
5. Huiswerk maken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.3 Kust: kenmerken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de kust

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kustgebied
Dit verandert van vorm op een 
natuurlijke manier door:

1. Zeestromingen
2. Wind
3. Golfwerking 

Slide 19 - Tekstslide

Het zandige kustgebied is niet statisch, maar verandert voortdurend van vorm op een natuurlijke manier door: 
Aanvoer zand
Door getijdenstromingen


Slide 20 - Tekstslide

Waterbeweging die optreedt onder invloed van getijden.
Eb (laagste waterstand) en vloed (hoogste waterstand).
Strandwal


Waddengebied
Jonge duinen
Strandwal permanent droog, wind neemt zand mee. Nu ontstaan er:
Kust in beweging

Slide 21 - Tekstslide

Opbouw en afbraak wisselen elkaar af aan de Nederlandse kust.
Door de getijdenstromingen wordt zand naar de kust vervoerd.
Wat worden er hierdoor gevormd?
Strandwallen met er achter een waddengebied.

Zodra die strandwallen permanent droog liggen, kan de wind het zand meenemen.
Wat worden er dan gevormd?
duinen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming zee
Voorbeeld projecten afgelopen 150 jaar.

  1. 1930: Afsluitdijk --> IJsselmeer
  2.  Na 1953: Deltawerken Zeeland.

  • Waarom is de Westerschelde open gelaten?


Slide 23 - Tekstslide

Waarom is de Westerschelde open gelaten?
Dat is de toegang tot de haven van Antwerpen.

Tot het jaar 1000: terpen en wierden en na 1000: aanleg van dijken.
Wat zijn de grote projecten van de laatste 150 jaar?
1930: Afsluitdijk > IJsselmeer
Hondsbosse Zeewering > stevige zeedijk en kunstmatige duinen
Na 1953: Deltawerken
Stormvloedkering Nieuwe Waterweg


   Huiswerk
       §1.3 Ⓜ︎ 1, 2, 3, 4, 5a

       
       Klaar?
         - Maken samenvattingsopdracht blz. 41

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Spullen pakken
2. Oefenen bronnen
3. Herhalen §1.3
4. Lezen §1.4 
5. Aantekeningen §1.4

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bronvragen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bronvragen
Vraag 1
  • Je ziet hier de benedenloop (1pt);
  • De Neder-Rijn is een gemengde rivier. (1pt)


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bronvragen
Vraag 2
  1. Winterdijk;
  2. Uiterwaard;
  3. Zomerdijk;
  4. Kribben

alles goed = (1pt)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bronvragen
Vraag 3
  • Deze steenfabriek ligt in de uiterwaard (1pt);
  • Dit zou in het huidige beleid een obstakel zijn dat verwijderd moet worden.  (1pt)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bronvragen
Vraag 4:
Op de foto zie je een gegraven nevengeul met een brug die de steenfabriek met de winterdijk verbindt. (1pt)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bronvragen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies