1.3: Ruimte voor de rivier

1.3: Ruimte voor de rivier
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

1.3: Ruimte voor de rivier

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 a 3 lessen
1 &2 kan samen
examentraining

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Spullen pakken
2. Herhalen §1.2
3. Lezen §1.3
4. Aantekeningen §1.3
5. Huiswerk maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Werk samen met je buurman/buurvrouw.

Geef met pijlen op de foto het binnendijksgebied, uiterwaarden, kribben, buitendijksgebied, vaargeul, winterbed, zomerbed aan. 


timer
5:00
Foto opdracht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winterdijk
Zomerdijk

Kribben

Uiterwaard
Binnendijks gebied
Winterbed
Zomerbed

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen §1.3

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.3 Ruimte voor de rivier

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • een dwarsprofiel van de benedenloop van een rivier beschrijven;
  • uitleggen hoe de ruimtelijke inrichting zowel binnen- als buitendijks overstromingsrisico’s beïnvloedt;
  • uitleggen welke invloed menselijk handelen in het stroomgebied heeft op de vertragingstijd, het regiem van rivieren en de waterafvoer.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overstroming van de Maas in 1995, aanleiding voor het plan Ruimte voor de rivier

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Maas door Maastricht

Slide 12 - Tekstslide

Tot 1995 was het beleid vooral
gericht op dijkverhoging. Vanaf 1995 veranderde dat. Men besefte dat alleen dijkverhoging niet voldoende was. Er moest meer aandacht komen voor:
rivierbedverruiming

Slide 13 - Tekstslide

Dit kan bijvoorbeeld door het aanleggen van een:
noodoverloopgebied
Dat is een omdijkt gebied dat in noodsituaties kan worden gebruikt om bij hoge waterstand van een rivier te laten overstromen.

Rivierbedverruiming 
Verlaging uiterwaarden
Verlaging zomerbed

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen Ruimte voor de Rivier

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

   Huiswerk
       §1.3 Ⓜ︎ 1, 2, 3, 4, 6

       
       Klaar?
         - Maken samenvattingsopdracht blz. 41

Lesdoelencheck

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • een dwarsprofiel van de benedenloop van een rivier beschrijven;
  • uitleggen hoe de ruimtelijke inrichting zowel binnen- als buitendijks overstromingsrisico’s beïnvloedt;
  • uitleggen welke invloed menselijk handelen in het stroomgebied heeft op de vertragingstijd, het regiem van rivieren en de waterafvoer.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Spullen pakken
2. Herhalen §1.3
3. Aantekeningen §1.3
4. Huiswerk maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.3 Ruimte voor de rivier

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Programma van Rijkswaterstaat en de waterschappen met maatregelen om de primaire waterkeringen 2050 te hebben versterkt.

Primaire waterkeringen:
Naam voor bouwwerken als stuwen, sluizen, duinen, dijken en dammen.
Hoogwaterbeschermings-
programma

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijkswaterstaat
Nederlandsed overheidsorganisatie die in opdracht van het ministerie (vaar)wegen onderhoudt.
Waterschappen
Nederlandse overheidsorganisatie die zorgt voor het waterbeheer in een regio.
Organisatie van Nederland

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is samenwerking voor NL noodzakelijk op op fluviaal (stroomgebied van rivieren) schaalniveau?
Beleid over grenzen

Slide 23 - Tekstslide

Wat er gebeurt in de bovenloop en de middenloop van een rivier kan grote gevolgen hebben voor de benedenloop.
Met een goed internationaal beleid kan een piekafvoer in Nederland worden afgezwakt.

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

   Huiswerk
       §1.3 Ⓜ︎ 1, 2, 3, 4, 6

       
       Klaar?
         - Maken samenvattingsopdracht blz. 41

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Spullen pakken
2. Examenopgave maken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Examenvraag maken, mag samen met je buurman/buurvrouw.

Stap 2: Antwoorden uitwisselen met klasgenoot. Aan wie je het moet geven                    laat ik straks zien.

Stap 3: Je kijkt het werk van jouw klasgenoot na en verbetert het waar nodig.

Stap 4: Je bespreekt de resultaten met elkaar: geef minimaal 1 tip en 1 top.
Examen opgave maken
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examen opgave maken
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitspraak 1: onjuist
uitspraak 2: juist
uitspraak 3: onjuist
indien drie juiste antwoorden 2 punten
indien twee juiste antwoorden 1 punt
indien minder dan twee juiste antwoorden 0 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de kaarten op de volgende 2 dia's komen uit het kaartenkatern welke leerlingen tijdens het maken van dit examen kregen. Leerlingen kiezen zelf welk van de kaarten zij nodig hebben.

Vind je de kaart te onduidelijk? Je kan ook de digitale bosatlas openen vanuit de lesmethode en daar de kaart opzoeken.
- opengezet: bij hoogwater moet het water zo snel mogelijk worden afgevoerd  (naar zee) 1 punt

- normaal dicht: Zodat er voldoende (zoet) water door de IJssel / naar het IJsselmeer toe stroomt.
of
Zodat er voldoende (zoet) water in de Neder-Rijn en de Lek blijft (zodat scheepvaar mogelijk blijft). 1punt

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juiste vormen van rivierbedverruiming zijn: 1 punt per juist antwoord
- verdieping van de stroomgeul
- dijkverlegging
- nevengeulen aanleggen

Juiste redenen voor uiterwaardvergraving aan de noordkant van de Rijn zijn: 1 punt
 Aan de noordkant is ruimte voor, aan de zuidkant niet/ligt Millingen.
 Aan de noordkant ligt nog een oude stroomgeul / liggen relatief laaggelegen gebieden.
 Ten zuiden van de Rijn bij de Rijnwaardense uiterwaarden ligt Duitsland (en daar kunnen vanuit Nederlandse instanties geen maatregelen getroffen worden). 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oorzaak: Door klimaatverandering wordt de kans op (extreme) droogte groter / neemt de neerslagintensiteit toe / neemt de neerslagvariabiliteit toe 1 punt

Gevolg: waardoor de schommelingen tussen laagwater en piekafvoer groter
worden 1 punt

(herhaling vraag: en dus het regiem van de Rijn onregelmatiger is 0).

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies