Glucose, suiker en zetmeel zijn voorbeelden van koolhydraten.
Ze zitten vooral in plantaardige producten.
Zo zit glucose vooral in vruchten, zitten aardappels en graan
vol met zetmeel en wordt tafelsuiker gemaakt van suikerbieten en suikerriet.
Koolhydraten dienen vooral als brandstof maar kunnen ook dienen als bouwstof en reservestof.
Koolhydraten worden afgebroken tot glucose (wat in de cellen verteerd kan worden).
Glucose kan daarnaast opgeslagen worden in de vorm van glycogeen en eventueel in vet.