Hygiënisch handelen

Kwaliteitszorg: hygiënisch handelen
Lesdoelen:
4.2: micro-organismen: definitie, soorten en kenmerken, waar te vinden
4.2: de definitie van een besmetting kunnen weergeven
1.9: aandacht hebben voor hygiënisch handelen bij jezelf
1.9: uitleggen wat een kruisbesmetting is en hoe dit kan gebeuren
1.9: uitleggen hoe je zorgt voor hygiëne van anderen binnen verschillende setting en situaties

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingSecundair onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kwaliteitszorg: hygiënisch handelen
Lesdoelen:
4.2: micro-organismen: definitie, soorten en kenmerken, waar te vinden
4.2: de definitie van een besmetting kunnen weergeven
1.9: aandacht hebben voor hygiënisch handelen bij jezelf
1.9: uitleggen wat een kruisbesmetting is en hoe dit kan gebeuren
1.9: uitleggen hoe je zorgt voor hygiëne van anderen binnen verschillende setting en situaties

Slide 1 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: hygiënisch handelen
Algemeen:
-belangrijke plaats in leven van de meeste mensen/deel van opvoeding
-belangrijk onderdeel van kwaliteitsvol handelen op stage
  Oa:
     -persoonlijke hygiëne
     -handhygiëne
     -kledij
     -gebruik materialen
     -toepassen aangeleerde technieken

Slide 2 - Tekstslide

Welke kledingvoorschriften worden volgens de stagecode vereist op stage?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 5 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Wat zijn micro-organismen?
Het zijn kleine, ééncellige weefsels, die niet met het blote oog te zien zijn, alleen onder een microscoop. De meeste zijn nuttig, sommigen kunnen ziekteverwekkend zijn

Slide 6 - Tekstslide

Welke nuttige mo kennen jullie (gebruik)?

Slide 7 - Woordweb

Kwaliteitszorg: besmetting
Nuttige mo:
-menselijk lichaam
-voedingsindustrie
-maken van compost
-aanmaak bepaalde vitamines
-...

Slide 8 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Ziekteverwekkende mo:
-nuttige mo: op plaats waar ze niet horen
- sommige mo: altijd ziekteverwekkend. Besmettelijk van mens tot mens!


foto: bacil van Koch

Slide 9 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Definitie besmetting:
We spreken van een besmetting wanneer micro-organismen van de ene plaats/mens naar een ander overgebracht worden

Slide 10 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Waar vinden we mo?
-overal in de natuur
-ook bij de mens: vele op en in ons lichaam



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Op welke plaatsen van ons lichaam bevinden er zich veel mo?

Slide 13 - Open vraag

Kwaliteitszorg: besmetting
Twee categorieën mo:
  1. blijvend op huid en slijmvliezen
 -vaste flora
-beschermen lichaam
-niet verwijderd via wassen, douchen
-antibacteriële middelen (bv handalcohol): tijdelijke verstoring evenwicht
-verspreiding via huidschilfers (=dode huidcellen + mo)

Slide 14 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Twee categorieën mo
   2. Tijdelijk op de huid
-door contact omgeving
-gemakkelijk verwijderen door reinigen huid
-sommigen: problemen veroorzaken
-hoe beter weerstand, huidkwaliteit en algemene toestand: des te minder kans dat deze mo infecties veroorzaken
-overdracht mo voorkomen door goede handhygiëne

Slide 15 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Soorten mo: bacteriën

Slide 16 - Tekstslide

Algemeen:
  • de meeste mo in ziekenhuizen die ziekteverwekkend zijn, zijn bacteriën. Om een snelle verpreiding te voorkomen, moet ophoping voorkomen worden!
Vermenigvuldigen:
-bacteriën vermenigvuldigen zich door deling als de juiste omstandigheden aanwezig zijn:
  • warmte (20°C-45°C)
  • voldoende vocht
  • voedingsstoffen (bv urine, bloed,...)
  • tijd (enkele bacteriën delen zich ieder kwartier)
  • neutrale zuurtegraad (ph-neutraal 7)
  • zuurstof
Belangrijk: reinigen


Opgelet voor bacteriën in wasmachine:
  • ondergoed: best wassen op 60°C, want veel bacteriën overleven wasbeurt op 30°C
  • tijdens wasbeurt: ook vuil wordt verwijderd (voedingsstof)
  • delicaat weefsel (kan niet gewassen worden): 24u in diepvries (aparte plastiekzak)

Drogen
  • ook het drogen is heel belangrijk om vermenigvuldiging te voorkomen
  • wasgoed drogen in buitenlucht is hier heel belangrijk
Bacteriën en de mens:
  • overal op de huid en slijmvliezen van de mens bevinden zich reeds na de geboorte bacteriën (de meeste: nuttige)
Voorbeelden: Saphylococcus Aureus
  • vaak aanwezig in neus zonder problemen te veroorzaken
  • kan gemakkelijk infecties veroorzaken
  • wordt via neuspeuteren, neussnuiten en niezen verspreid
  • foto zie achtergrond
  • MRSA: Staphylococcus Aureus die resistent is aan antibioticum (ziekenhuisbacterie)

Voorbeelden: Enterokokken
  • in grote aantallen aanwezig in de darmen (nuttig)
  • buiten de darmen: kunnen infecties veroorzaken
  • bij verkeerde wastechniek: kan blaasontsteking veroorzaken
Voorbeelden: CPE 
  • aanwezig in de darmen, zorgen voor een gezond evenwicht en voor de aanmaak van bepaalde onmisbare vitaminen
  •  bij verzwakte gezondheid kunnen ze infecties verooraken (thv urinewegen of luchtwegen)
  • verzwakte gezondheid: vaak op diensten waar zorgvragers veel hulp nodig hebben (bv geriatrie)
  • zijn bijzonder moeilijk te behandelen
Voorbeelden: Clostridium difficile
  • belangrijkste oorzaak van diarree
  • personen die langere tijd antibiotica krijgen: meest vatbaar
  • gemakkelijk overdraagbaar van ene persoon naar andere
  • sporen van bacterie: aan basis van epidemieën in WZC en ziekenhuizen
  • kan heel lang overleven in buitenwereld
  • heel moeilijk uit te roeien (ook een zieken-huisbacterie)

Slide 17 - Tekstslide

Wat weten jullie over de behandeling van bacteriën?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Kwaliteitszorg: besmetting
Soorten mo: virussen

Slide 20 - Tekstslide

Algemeen:
  • nog kleiner dan bacteriën
  • kunnen zich niet zelfstandig vermenigvuldigen: hebben een gastheer nodig (dringen een lichaamscel binnen)
  • buiten lichaamscel: kan zich niet vermenigvuldigen, wel overleven (afhankelijk van virus van enkele uren tot weken)
Behandeling: 
  • antibiotica zijn NIET effectief
  • antibiotica ev wel bij complicatie optreedt met een bacterie-infectie
  • uitzieken (rust-voldoende drinken-ev pijn-en koortswerende middelen-
Voorbeelden: Influenza 
  • veroorzaakt griep
Voorbeelden: Herpesvirus
  • veroorzaakt waterpokken, koortsblaar, gordelroos of zona
Voorbeelden: Hepatitis B-virus
Voorbeelden: HIV
  • veroorzaakt AIDS
Voorbeelden: Rota-virus
  • veroorzaakt ontsteking van maag en darmen, met diarree
Voorbeelden: Coronavirus
  • veroorzaakt COVID-19
  • foto: zie achtergrond 

Slide 21 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: besmetting
Soorten mo: schimmels


Slide 22 - Tekstslide

Algemeen:
  • komen normaal voor in de lucht en aarde
  • zorgen voor vertering en afbraak van dode dieren en planten
  • hebben hun nut in de voedingsindustrie
Schimmelinfecties:
  • meestal van de huid bv atleetvoet
  • bij mensen met sterk verminderde weerstand ook andere infecties, bv longinfecties
Behandeling: 
  • schimmelwerende producten

Slide 23 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: kruisbesmetting
Definitie:
Wanneer er ziekteverwekkers van een besmette persoon overgegeven worden op een andere persoon via een voorwerp, de lucht of een persoon, spreken we van kruisbesmetting

Slide 24 - Tekstslide

Op welke manier kan een kruisbesmetting via zorgpersoneel gebeuren?

Slide 25 - Open vraag

Kwaliteitszorg: kruisbesmetting
Kan gebeuren via volgende wegen:
-handen, kledij, materiaal van ene kamer naar andere
-op 2-persoonskamer: kledij/materiaal van ene ZV op bed van andere ZV
-incomateriaal/vuil linnen op de grond
-...

Slide 26 - Tekstslide

Welke afspraken uit de stagecode dragen bij aan het voorkomen van kruisbesmettingen?

Slide 27 - Woordweb

Kwaliteitszorg: hygiëne
Als zorgkundigen: 
-heel goede persoonlijke hygiëne
      -verstandige voeding
      -regelmatig baden
      -hygiëne gebit
      -propere kledij
      -goede nachtrust
      -geestelijke hygiëne
-goede handhygiëne

Slide 28 - Tekstslide

Kwaliteitszorg: hygiëne
Besluit: als zorgkundige
-hygiënisch werken is belangrijk voor jezelf en ZV, op alle settings
-niet altijd gemakkelijk (thuiszorg): inventief en goed doordacht
-altijd rekening houden met wensen, behoeften en mogelijkheden ZV

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Oefeningen:
Hoe ga je te werk in volgende situaties?

Slide 31 - Tekstslide

Je komt in de thuiszorg bij een gezin dat in armoede leeft. Ze wonen in een rijhuis met een klein tuintje. Vandaag word van je gevraagd om het beddengoed te wassen. Ze hebben geen droogkas. Hoe ga je te werk en waarom?

Slide 32 - Open vraag

In het WZC waar je weekenddienst doet, krijg je een aantal bewoners toegewezen om te verzorgen. Eén van hen heeft diarree. Hij wordt graag als eerste gewassen. Wat ga je doen en waarom?

Slide 33 - Open vraag

Op je werk in de gezondheidszorg krijg je de kans om een gratis griepvaccin te krijgen. Laat je je vaccineren en waarom wel/niet?

Slide 34 - Open vraag

Oefeningen:

Slide 35 - Tekstslide

 virus
schimmel
bacterie
 behandeling bv daktozinzalf
Om te kunnen voortplanten: een gastheer nodig
Een voorbeeld: enterokokken
Voorbeeld: atleetvoet
zorgt voor vertering/ afbraak van dode dieren en planten
behandeling: antibiotica

Slide 36 - Sleepvraag

Over welke 2 dingen zou je nog meer willen weten?

Slide 37 - Open vraag

Stel 1 vraag op over iets dat je nog niet zo goed begrepen hebt?

Slide 38 - Open vraag