Hoofdzaken = wat in een tekst belangrijk is.
Waar staan hoofdzaken?
1. In de inleiding;
2. In het slot;
3. In de kernzin van elke alinea.
Kernzin = Het is meestal de eerste of laatste zin van een alinea.
De andere informatie uit een alinea is overige informatie, zoals een uitleg of een voorbeeld.
De tussenkopjes en andersgedrukte woorden helpen je de hoofdzaken te vinden.
Hoofdgedachte = het belangrijke van een tekst in één zin samengevat.
Je stelt de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding of in het slot.