In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De inrichting van een wijk
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Klassikaal:
feedback
Nakijken
vragen beantwoorden
Pak voor je: Lesboek Werkboek B
Schrift Basisboek
Pen
Slide 2 - Tekstslide
Maken feedback formulier:
Wat: je gaat 2 feedback formulieren maken.
Hoe: met je telefoon, je werkt in stilte
waarom? Ik kan ervan leren en ik heb het nodig voor mijn bevoegdheid.
Feedback formulier 1
Feedback formulier 1 kan je scannen met de qr code, of je gaat naar som daar staat een link klaar.
Feedback formulier 2:
Je gaat naar bsot.nl
je voert de docenten code in: UAS-955
Je kiest je klas
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Even een mededeling voor offline
Wat verwacht ik van je:
Je gebruikt je mobiel in de les alleen voor Lessonup.
Je laat teams met rust
Je mobiel ligt constant op je tafel niet in je handen.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
1. (O)De leerling kan de betekenis van 'je eigen omgeving' uitleggen
2. (B) Welke soorten ruimtegebruik er zijn in een wijk
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
In welke wijk woon jij?
Slide 7 - Woordweb
Je eigen omgeving
= Het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
Je woont in een wijk een wijk is een deel van een dorp of stad. Het bestaat uit een aantal straten.
In een wijk staan huizen, maar er kunnen ook andere voorzieningen zijn
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Paragraaf 1: De inrichting van een wijk
De inrichting van een wijk
Slide 10 - Tekstslide
Ingericht landschap
Natuurlandschap
Slide 11 - Tekstslide
Ruimtelijke ordening
=Het plannen en inrichten van wat we precies gaan doen met een gebied.
Ruimtegebruik= De manier waarop mensen het landschap gebruiken op te wonen, werken, verplaatsen en vrije tijd door te brengen.
Oftewel wonen, werken, verkeer en recreatie
Slide 12 - Tekstslide
Wat voor huizen staan er in een wijk?
Eengezinswoningen: Woningen voor 1 gezin. Vrijstaande woningen Twee-onder-een-kapwoningen
Rijtjeswoningen
Het is allemaal laagbouw: De ingang is op de begane grond.
Veel koopwoningen: bewoner is eigenaar
Maar ook: Meergezinswoningen
flats, Woning boven winkels
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Niet alleen huizen maar ook voorzieningen: Iets waar iedereen gebruik van kan maken, zoals een winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, speeltuin, sportvereniging
Slide 16 - Tekstslide
Opdrachten maken
Wat: Keuze in wat je mag gaan maken:
Je gaat een plattegrond tekenen van je omgeving. (Dit kan de straat zijn waar je woont met de huizen en de winkels die in de buurt staan)
Maar je mag ook een plattegrond maken van de omgeving van school.
Hoe: via je werkboek B: blz 17 en 18
Hulp: lesboek en basisboek
Tijd: 25 minuten
Uitkomst: gemaakte opdracht (deze les af? hoef je het niet in te leveren in teams)
Klaar? Quizlet leren begrippen
Wat: Opdrachten maken, keuze in wat je mag gaan maken:
Je gaat een plattegrond tekenen van je omgeving. Hierin wil ik minimaal
je straat met de huizen
de voorzieningen die er zijn (winkel, park, zwembad etc)
een legenda
Hoe: Je krijgt van mij een a4 blaadje waarop je de plattegrond gaat tekenen. Eerste 5 minuten stil!
Hulp: lesboek en basisboek
Tijd: 15-20 minuten.
Uitkomst: volgende les bekijken en nabespreken
Klaar?: Dan ga je de wijk uitbreiden
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Controle vraag
Wat is een voorziening?
In wat voor type woning woon je als je in een rijtjeshuis woont? Eengezinswoning of meergezinswoningen