Stijlfiguren (2)

Stijlfiguren 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Je leert de volgende stijlfiguren herkennen: 
  • antithese
  • repetitio 
  • paradox 
  • opsomming 
  • ironie 

Slide 2 - Tekstslide

antithese = tegenstelling

Slide 3 - Tekstslide

Tegenstelling/antithese

  • stijlfiguur waarbij tegengestelde begrippen worden verbonden
  • bepaalde eigenschap versterken of benadrukken
  • Komt uit het Grieks (anti= tegen, these=stelling/plaatsing)
  • vrienden door dik en dun


Slide 4 - Tekstslide

Repetitio
Hierbij wordt er gebruikgemaakt van een herhaling van woorden om datgene wat je zegt te onderstrepen.

  • Uur na uur bleef het stil
  • Tijdens het kamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we kregen
  •  Plus geeft meer, veel meer

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Paradox
  • Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Hij bestaat uit een combinatie van dingen die op het eerste gezicht niet kan, maar die, als je nog eens nadenkt, wel degelijk mogelijk is
  • Twee tegengestelde woorden worden met elkaar verbonden 
  • Een uitspraak die zichzelf tegenspreekt, of tegen je logica ingaat
  • Elk voordeel heb zijn nadeel (J. Cruijf)


Slide 7 - Tekstslide

Enumeratio/opsomming

Een enumeratio is een lange opsomming.

  • In de verte zag ik heuvels, bomen, bloemen en geiten.
  • Merel houdt van aardbeien, kersen, frambozen en bessen.
  • De docent was sloom, saai en slaapverwekkend.

Slide 8 - Tekstslide

Opsomming in drieën: drieslag
  • er worden drie dingen opgesomd.
  • dit is een vaste combinatie


  • Te land, ter zee en in de lucht.
  •  Kwik, kwek en kwak
  • met bloed...

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

ironie
  • vorm van milde, niet kwetsende of beledigend bedoelde (zelf)spot

Slide 12 - Tekstslide

Antithese of paradox?
Zo snel als een slak.
A
Antithese
B
Paradox

Slide 13 - Quizvraag

Je hebt mensen en mensen.

Dit is een:
A
Paradox
B
Antithese
C
Repetitio
D
Enumeratio

Slide 14 - Quizvraag

Vroeger gold: verliefd, verloofd, getrouwd; maar hoe is dat tegenwoordig?
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
antithese
D
Drieslag

Slide 15 - Quizvraag

Om corona te stoppen moeten we testen, testen, testen.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 16 - Quizvraag

Van welke stijlfiguur is sprake?
A
paradox
B
ironie
C
antithese
D
repetitio

Slide 17 - Quizvraag

0

Slide 18 - Video

Ze huilt, maar ze lacht
A
Antithese
B
Enumeratie
C
Paradox
D
Repetitio

Slide 19 - Quizvraag

Is het leerdoel behaald:?
- ik kan tegenstelling/antithese, herhaling/repetitio, paradox, opsomming en ironie herkennen

Slide 20 - Open vraag